vrijdag 18 oktober 2024

Jongeren de mond snoeren, e.a.

Jongeren de mond snoeren
     Ik heb het programma Eerste keus niet gezien, maar wou wel het oordeel eens lezen van first-time voter Warre Thevelin op de opiniepagina van De Standaard (9/10). Op de bijgaande foto ziet hij er heel onsympathiek uit, maar ik ga even naar zijn FB-pagina en daar ziet hij eruit als een gezonde jongen die de toekomst hoopvol tegemoet lacht. Ik moet proberen dat tweede beeld voor ogen te houden.
    Warre schrijft: ‘In het VRT-programma Eerste keus snoeren politici met de hulp van journalisten betrokken jongeren de mond.’ Ik herken dat fenomeen. Ik heb als betrokken jongere ook eens deelgenomen aan zo’n VRT-programma. Dat was met toenmalig minister van Onderwijs Herman De Croo. Ik zat daar te popelen om enkele slogans als vraag te vermommen, en als dan het moment daar was, kreeg ik een slogan van de minister terug. Ik had iets gezegd over het onderwijs als blauwdruk van de maatschappij, en De Croo antwoordde dat het vaak ook een rooddruk was. Daarna ging de modererende journalist over naar de volgende vraag, in plaats van mij vijf minuten te gunnen waarin ik mijn maatschappijvisie eens van naaldje tot draadje uit kon leggen. Ik voelde mij de mond gesnoerd.
     Ik ben nu geen betrokken jongere meer en kijk enigszins anders tegen de zaken aan. Warre maakt zich druk over een bepaalde politicus want die had het bestaan ‘een extreemrechtse partij die teert op verdeel-en-heersretoriek' gelijk te stellen aan ‘een radicaal-linkse partij die solidariteit als basis neemt.’ Nou ja, als een uitspraak van een politicus over ‘de twee extremen vermijden’ een slogan was, dan is de repliek van Warre dat ook. Terwijl de politicus het excuus had dat hij zich kort moest uitdrukken, had Warre in zijn stuk rustig de tijd kunnen nemen om een wat gefundeerder antwoord te verzinnen dan kreten over ‘verdeel en heers’ en ‘solidariteit’.
     Ook een andere commentaar van Warre kan ik moeilijk over mijn kant laten gaan. ‘Moet de openbare omroep van een land dat medeplichtig is aan de dood en uitbuiting van miljoenen Congolezen nog altijd spreekruimte geven aan witte mensen die de raciale vernedering van de Sinterklaastraditie niet willen inzien?’ Mijn antwoord op die vraag is: ja, de openbare omroep moet die spreekruimte geven - niet elke dag natuurlijk, want na 6 december mag men die Sint, zijn paard en zijn helper weer een poosje in de kast laten.
      Ik heb zelf een gelijkaardige vraag: Moet De Standaard op zijn opiniebladzijden spreekruimte geven aan een jongen die de spreekruimte van anderen wil afnemen? Of moet De Standaard hem de mond snoeren? Die vraag is wat moeilijker te beantwoorden vanwege de tolerantieparadox, maar mijn antwoord blijft: ja, die jongen mag die spreekruimte krijgen, maar liefst niet elke dag. De idee van intolerantie moet, zoals andere ideeën, in de eerste plaats met argumenten worden bestreden. Ik heb dat al vaak gedaan in mijn stukjes over het vrije woord. En als argumenten niet volstaan, moet de reële dreiging van de intolerantie worden ingeschat. Ik kijk nogmaals naar de goedlachse foto van Warre op FB en besluit dat die dreiging voorlopig meevalt.



Nobody Wants This
       Soms heb je aan één beeld, of enkele noten van de muziek, genoeg om te weten of een film of serie iets voor jou is. De Netflix-reeks Nobody Wants This begint met een beeld van palmbomen, gefilmd vanuit een kivorsperspectief - en lelijk gefilmd. Ik heb daarna nog twee afleveringen verder gekeken uit solidariteit met mijn vrouw. Het schijnt dat de serie verder evolueert van chick flicknaar vinnige sitcom. Ik zal het nooit weten. 

Verlofstelsels in België
     Van Amerikanen die met ons land zakendoen hoor je dat je Belgen op hun kantoor nooit kunt bereiken omdat ze op verlof zijn. In de krant (DS 9/10) lees ik dat ook Nederlandse werkgevers bij ons vinden dat Belgen te vaak en te lang verlof nemen. Dat wordt uitgelegd in de eerste alinea van het artikel. Maar de kop van het artikel plaatst mij voor een raadsel: ‘Ondanks alle verlofstelsels werken Belgen meer uren dan Nederlanders.’
     Hoe kan dat nu? Ik kijk naar de grafiek en die bevestigt dat de Belgen meer verlof nemen dan de Zweden, de Fransen, de Duitsers de Luxemburgers en vooral veel meer dan de Nederlanders. Waarom werken de Belgen dan meer uren? Ik heb geen zin om het hele stuk te lezen, maar wil wel een antwoord op mijn vraag. Ik zal dus een beroep moeten doen op een vaardigheid die ik mijn leerlingen volgens het leerplan had moeten aanleren: scrollend en skimmend lezen. In drie en een halve seconde is het raadsel opgelost. In de derde kolom lees ik: ‘Nederlanders zijn Europees kampioen deeltijds werken.’ 

1 opmerking:

  1. De vraag is natuurlijk of bereikbaar zijn je productiever maakt.

    BeantwoordenVerwijderen