Rousseau doet lastig
Ik heb te doen met Conner Rousseau. Die jongen bevindt zich in een lastig parket. In de komende jaren zal er hoe dan ook een besparingsprogramma in werking treden, al was het opgelegd door Europa, maar de verschillende partijen kijken anders tegen zo’n programma aan. De PS beseft de noodzaak van de besparingen, maar wil die liever door anderen laten doorvoeren. OpenVLD beseft de noodzaak ook, maar mist de slagkracht om mee te spelen. Vlaams Belang mág niet meespelen en kan dus onrealistische beloften doen waarbij belastingen dalen en uitgaven stijgen: de kosten kunnen dan doorgeschoven worden naar derden, zoals de Walen en de migranten. PVDA en Groen leven economisch in een alternatieve wereld waarin marxistische recepten dan wel degrowth de horizon uitmaken. Wat overblijft zijn de partijen die de verantwoordelijkheid willen opnemen: de Arizona-coalitie die in de maak is.
Bij die Arizona-partijen is Vooruit de zwakste schakel. De partij is weliswaar onmisbaar - dat is haar grootste troef -, maar ze werpt als junior partner weinig zetels in de schaal en heeft tegelijk een electoraat dat om materiële en ideologische redenen tégen besparingen is. Daardoor komt Rousseau voor een dilemma te staan. Hij moet de indruk geven dat hij zijn huid duur wil verkopen, hij moet vaak in de pers komen met sterke verklaringen, maar als hij daarbij té hoge eisen stelt, riskeert hij de vernedering om die eisen weer te moeten inslikken. ’t Is dus een moeilijke keuze: als hij niet luid roept komt hij nú als een verrader over, als hij té luid roept komt hij láter als een stumper over.
Rousseau kiest, begrijpelijkerwijs, voor vage woorden. ‘De lasten moeten eerlijk worden verdeeld [lees: over de verschillende electoraten].’ Dat betekent dat er niet alleen bespaard mag worden op uitkeringen en lonen, maar dat ook de inkomsten (en het bezit) van middenstanders, ondernemers en investeerders zwaarder moeten worden belast. Hij zal op dat gebied ongetwijfeld toegevingen kunnen bedingen, maar hij zal ook wel beseffen dat de marge voor die toegevingen niet zo groot is, en wel om drie redenen:
- veel belastingen ‘op de rijken’ leveren minder voorspelbare bedragen op dan besparingen op uitgaven - waardoor de besparingen tóch even noodzakelijk blijven
- belastingen op ondernemen en investeren remmen de economische groei af - waardoor weer meer besparingen nodig zijn, o.a. ten nadele van het socialistische electoraat
- de verhoogde belastingen worden door het electoraat van andere partijen als een onmiddellijk nadeel ervaren - zie de reactie van Bouchez op de eerste ‘supernota’ van De Wever.
Over ongelijkheid
De rijkste man ter wereld kan kiezen uit hetzelfde Netflix-aanbod als ik. Misschien is zijn scherm wat groter en wat scherper van beeld, maar dat maakt niet zoveel verschil voor de ‘beleving’.
Mijn overgrootmoeder had een uitdrukking die ik nooit iemand anders heb weten gebruiken. Als iemand onrustig was en heen en weer liep, zei ze: ‘Je bent precies de wandelaar der Joden.’ Veel later las ik dat boek van August Vermeylen. Van dat boek herinner mij niets meer.
Een leerling, zo las ik in een X-bericht, vroeg aan de lerares of ze het boek Trofee van Roman Querido mocht lezen. Ik herkende dat meteen. Leerlingen zijn in de war als de uitgeverij de naam van een persoon is. Een boek was volgens hen vaak geschreven door ‘Van Oorschot’. Ook behoort het woord ‘roman’ niet tot hun gewone taal. De helft van hen spreekt het uit als róman.
Ik lees nu toevallig een boek waarin uitgebreid verwezen wordt naar twee geschriften van Lenin: Staat en revolutie en Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme. Ik herinner mij meteen weer de geur van die boekjes - ik dacht dat het inktgeur was. De boekjes waren uitgaven van Progrès-Moskou, met een grove, grijze linnen omslag, en gedrukt op wat ik ‘ouderwets’ papier zou willen noemen. We konden ze voor 10 frank kopen bij een vriendje wiens broer student was in Leuven.
Tijdens de verkiezingscampagne zag ik bij heel wat FB-vrienden een Antwerps ‘stadsgedicht’ verschijnen van een zekere Lotte Dodion. Het was een oproep om ‘genereus’ te kiezen, en bevatte veel spitsvondige neologismen. ‘Kies zinspraak in onze zoekkomst … Kies breuklijmen.’ De onderliggende boodschap was, geloof ik, dat we best konden kiezen voor kandidaten die vol waren van goede bedoelingen. ‘Kies lage-cynismezone,’ luidde de aanhef.
Democratie of koehandel
Bij N-VA-sympathisanten hoor je het verwijt dat de coalitie Vooruit-OpenVld-N-VA op ondemocratische wijze werd tegengehouden. Een stemresultaat van 270.000 Gentenaars, dat deze coalitie mogelijk maakte, werd terzijde geschoven door een vergadering van 350 leden van Vooruit. Bij de vijanden van N-VA hoor je dan weer dat de stemming van de 350 Vooruit-mensen een voorbeeld was van hoe de ‘basisdemocratie’ zich teweer heeft gesteld tegen een ‘partijtop’.
In werkelijkheid heeft dat allemaal niet veel met democratie te maken. Het democratisch moment wordt uitgemaakt door de verkiezingen zelf. De rest is, zoals een FB-vriend het krachtig uitdrukte, een kwestie van koehandel. En hij voegde eraan toe: ‘Prijs je gelukkig met die koehandel.’ Ik ben het met hem eens. Democratie en koehandel horen bij elkaar. Zelf heb ik het liefst dat de koehandel gebeurt na de verkiezingen en niet voor de verkiezingen, met kartels en voorakkoorden. Maar ik zal daar niet lastig over doen.
Wie precies over die koehandel beslist, interesseert mij minder: de onderhandelaars, de partijtop, de partijraad, de basisleden … Elk systeem heeft voor- en nadelen, en ook daarover kun je van mening verschillen. Als je de basisleden - van gelijk welke partij - laat beslissen, weet je dat de Heilige Overtuiging daar meestal zwaarder doorweegt dan het pragmatisme. Ik zie daar veeleer een nadeel in, maar voor anderen is het ongetwijfeld een voordeel.
Gents DNA
Het begrip Gents DNA kan naar veel verschillende zaken verwijzen: zelfverheerlijkend chauvinisme, een specifiek ‘bestuursmodel’ - door tegenstanders het ‘Gentse systeem’ genoemd -, de ‘progressieve meerderheid’, enzovoort. De eenvoudigste verwijzing is die naar het atypische verkiezingsresultaat van de partij Groen. In Gent haalt die partij 24,6 procent van de stemmen, in Vlaanderen 7,3 procent. Maar als we atypische verkiezingsuitslagen als maatstaf nemen, zijn er veel gemeenten met een speciaal DNA.
Gelet op het decreet Somers zijn de socialisten en liberalen één partij in Gent. De achterban van Voor Gent is dan strikt juridisch én leden van Vooruit en die van OpenVld. Wie beide percentages goedkeuringen optelt, moet concluderen dat het ontwerpakkoord mét NVA geldig is. Kiezersbedrog dus.
BeantwoordenVerwijderenKlopt. Ik blijf het decreet Somers een rare zaak vinden. Ik begrijp welke misstanden het wou bestrijden, maar er ontstaan er automatisch nieuwe.
VerwijderenRekenkundig kan je percentages niet optellen, dat is elementair lagere school. Uitzonderlijk kan zo'n optelsom wel een correct resultaat geven (zoals een stilstaande analoge klok 2 keer per dag de juiste tijd aangeeft).
VerwijderenDus je zal je berekening anders moeten maken, en misschien is er wel een meerderheid.
Feit is ook dat met al die perikelen de stad onbestuurbaar wordt. Dat het progressief electoraat zich verweert tegen een coalitie Voor Gent/N-VA is begrijpelijk. En daarbij ook belachelijk ondemocratisch! Koehandels ,die voor sommigen onnatuurlijk aanvoelen, - so what?- zijn gewoon mogelijk binnen een democratische regels. Volgens het decreet 'Somers' zijn er ook geen regels geschonden. De leden van Voooruit boksten boven hun gewicht, op basis van hun morele verwaandheid en hun Gents 'DNA'. Daar zijn een paar zelfzuchtige genen binnengeslopen...
BeantwoordenVerwijderen