vrijdag 18 oktober 2024

Scrollen op Facebook

R.W. Emerson

     Een deel van mijn dag gaat op naar ‘scrollen’ op Facebook - op X zoek ik gericht - en het is beter voor mijn gemoedsrust als ik de uren die ik daaraan besteed niet optel. Maar ik kom, naast grappige cartoons, allerlei interessante uitspraken tegen. Een FB-vriend citeert R.W. Emerson: ‘People seem not to see that their opinion of the world is also a confession of character.’ Ik vind dat een heel interessante gedachte, en ik weet niet of ze waar is. Ik stel mij die vraag al heel lang, maar Emerson verwoordt ze kernachtig en schijnt het antwoord wel te kennen. Ook geloof ik dat er wetenschappelijk onderzoek naar die vraag is gedaan - bijvoorbeeld naar het verband tussen karaktereigenschappen en politieke overtuiging. Maar ik kan mij niet voorstellen dat zo’n onderzoek vandaag al voldoende subtiel kan worden uitgevoerd om een écht antwoord te verkrijgen.

Ramsey-getallen


     Bij een ander ‘scroll’-moment bots ik op de FB-pagina van Koen Fillet en hij heeft het over iets wiskundigs. Fillet houdt van wiskunde, schrijft hij, als het niet voor punten is. Ik begrijp hem. Het wiskundige in kwestie betreft de Ramsey-getallen en dat wordt uiteengezet in een Youtube-filmpje. Nog mooier zijn de commentaren eronder. Iemand geeft een uitleg over de Ramsey-getallen die veel makkelijker te begrijpen valt dan die op Wikipedia. Zelf zal ik onthouden R (3,3) is gelijk aan 6. R(4,4) is gelijk aan 18. R(5,5) is gelijk aan … niemand weet het. Iets tussen 43 en 46. R(10,10) is gelijk aan ... iets tussen 798 en 23556.
     En er zijn nóg mooie commentaren op de draad. Iemand schrijft: ‘Ik vind die wiskunde razend interessant, maar kan de theorie nadien nooit navertellen. Ik begrijp a, ik begrijp vervolgens ook b, gevolgd door c, d, e en f. Maar als ik terug naar het begin van de uiteenzetting wil, raak ik het spoor bijster.’ Schitterend geformuleerd. Ik heb het genoemde probleem helaas niet alleen bij wiskunde.
     Nog iemand anders probeert het raadsel van de Ramsey-getallen op te lossen met een handigheidje. Hij wordt streng toegesproken door Fillet: ‘Gij moet niet altijd de gemakkelijkste oplossing kiezen.’ Dat doet mij denken aan mijn jeugdvriend G.V. We waren 15 jaar en moesten als huiswerk een meetkundige oefening maken. We moesten bewijzen dat lijnstuk AB de helft was van lijnstuk CD. ‘Ik heb het gemeten,’ schreef G.V. ‘Lijnstuk AB is 6 centimeter en lijnstuk CD is precies 3 centimeter.’ Ik heb nooit geweten of dat als grap bedoeld was, dan wel of G.V. dat meende. Ik kan het hem niet meer vragen, want wij zien elkaar nooit meer. Later is hij trouwens als hobby aan integraal- en differentiaalrekenen gaan doen. ‘De tijd gaat dan vlug voorbij,’ zei hij. 
     Wat verder in de commentaren schrijft Fillet: ‘Het is met wetenschap zoals met kunst: je hoeft het niet te begrijpen om het te waarderen.’ Dat doet mij dan weer denken aan professor Debusscher van de ULB, bij wie ik een cursus over de geschiedenis van het Engelse theater volgde. ‘Le but des pièces de Pinter,’ zei Debusscher, ‘ce n’est pas qu’on les comprenne, c’est qu’on soit fasciné.’ Debusscher sprak natuurlijk Engels in de les, maar op het examen zijn we overgeschakeld op Frans. In dat gesprek noemde hij een van de Leuvense proffen in de Germanistiek ‘un boyscout’. Ook herinner ik mij hoe hij ons in de aula voorhield dat het met de zedenverwildering onder theatermensen nogal meeviel. Daar bestonden veel vooroordelen over, meende hij. Er werd, in de coulissen, ‘entre la cour et le jardin’, wel eens een scheve schaats gereden, maar dat gebeurde ergens anders ook.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten