Ik ontving vandaag op mijn FB-pagina een pertinente commentaar van lezer Simon Gelten.
Er zijn van die auteurs die slechts een half argument gebruiken, of zelfs niet meer dan een steek onder water waar de lezer zelf de argumentatie uit moet zien te destilleren, en er zijn auteurs die eigenlijk niet kunnen ophouden met het aandragen van argumenten. Zelfs als ze alles hebben gezegd, hebben ze het gevoel dat ze nog niet helemaal klaar zijn. Philippe behoort tot die laatste categorie. Ik denk dat het iets te maken heeft met zijn extreemlinkse verleden. Ik herinner me uit mijn studententijd dat je met een gerust hart kon opstappen wanneer een communistische student begon te argumenteren: die hield voordat het doek definitief was gevallen niet meer op. Philippe heeft dat extreemlinkse gedachtegoed laten vallen, maar die uitputtende argumentatie in ere gehouden; hij is pas tevreden wanneer hij alles heeft gezegd, en zelfs dan heeft hij het gevoel dat hij te tekort is geschoten.
        Simon vat in het eerste deel heel goed – en moeiteloos elegant – samen waarom ik mij soms erger aan mijn eigen stukjes. Maar ik heb het opgegeven om de schoolmeester in mijzelf te onderdrukken.
         Wel is mijn wijdlopigheid heel anders dan die in mijn extreemlinkse tijd. Toen hield ik monologen, zonder rekening te houden met tegenargumenten. Ik beluisterde die alleen pro forma. Nu houd ik er te veel rekening mee. Ik weet dat mijn stukjes gelezen worden door Simon Gelten, maar ik schrijf ze met Tom Naegels in mijn achterhoofd. Een ander verschil is dat ik bij mijn vroegere monologen het antwoord wist, terwijl ik dat antwoord nu aan het zoeken ben terwijl ik mijn stukjes schrijf.
        Ik hoop dat er nog een ander verschil is. In mijn extreem-linkse monologen herhaalde ik eeuwig dezelfde argumenten, weliswaar tegen telkens andere mensen en wel eens met andere voorbeelden. Dat probeer ik nu te vermijden. Soms, ik geef het toe, zie ik niet in hoe ik een herhaling kan vermijden. Hierboven staat een stukje over ‘De dictatuur van Big Tech.’ Wat ik in de vijfde alinea schrijf, heb ik geloof ik anderhalf jaar geleden al eens geschreven. Daar is niets aan te doen. Ik heb de herhaling hier nodig om de redenering rond te maken, anders heb ik het gevoel, zoals Simon schrijft, dat ik ‘tekort geschoten’ ben. 
 
(Verwijzing naar volgende post verwijst naar zichzelf)
BeantwoordenVerwijderen