De Wereld Morgen vs. Bart De Wever
Het is mijn gewoonte niet, maar ik heb weer een heel Youtube-filmpje uitgekeken. Op de lezing van Bart De Wever in Gent stelde Seppe De Meuler, hoofdredacteur van De Wereld Morgen een vraag die daarna door De Wever werd beantwoord. Hier volgt een transcriptie van de vraag.
- De Meulder: Het is vandaag 7 oktober. Het is niet het onderwerp van uw lezing en dat zou kunnen verbazen dat u er eigenlijk niks over hebt gezegd. De genocide in Palestina is toen begonnen, ja?
- Bart De Wever: Dat denk ik niet, meneer. Op 7 oktober is er iets anders gebeurd.
- De Meulder. Ja, oké, maar ik ga mijn vraag stellen, dan kunt u reageren. Dat is de logische volgorde. U hebt al lang gesproken hé.
- Bart De Wever: (Schouderophalend): Tja, ik ben de referaathouder. Excuseer hé.
- De Meulder: Ik ga nu mijn vraag stellen. Dan kunt reageren. U zegt daar niks over, behalve soms in bescheiden kring. Op de boekvoorstelling van Maarten Boudry, daar zei u: ‘Als ik vertel wat mijn standpunt is over Israël, dan ben ik morgen geen premier meer.’ Enfin, zoiets. En toen zei u ook nog: ‘Dat zal u ongetwijfeld voor mij vertellen.’ Dat zegt u over genocidesupporter Maarten Boudry. Voor dat u premier was - ik heb ook begrepen uit de lezing dat u bepaalde dingen liever niet meer zegt - voor u premier was, was u daar heel duidelijk over. U zei: ‘We moeten ondubbelzinnig de kant van Israël kiezen, de kant van het licht, de kant van de democratie, tegen de krachten van de duisternis.’ Ik vraag mij af, u bent historicus, u zou moeten weten uit welke periode dat dat komt, zo’n discours en dat een gevecht tegen de krachten van de duisternis nooit veel heeft opgeleverd. Nooit veel positiefs heeft opgeleverd. Ik zal het zo formuleren. Ik vraag mij af hoe dat anders kan worden gezien dan als een goedkeuring van wat er daarna is gebeurd. En daarom is mijn vraag: je zou hier wel het standpunt kunnen delen dt u dit blijkbaar verborgen wil houden voor de bevolking, zodanig dat we het resultaat hebben, wat fijner zou zijn.
- Bart De Wever (Bevestigend knikkend) Dus op 7 oktober is er zeker geen genocide gebeurd. Er is er misschien wel een gepleegd. Dat zijn juridische termen. Ik zal me er niet aan wagen, maar we weten wat er op 7 oktober is gebeurd. Wat die oorlog betreft is mijn opinie heel duidelijk. Ik ben er tegen. Ik was er al tegen voordat die oorlog begonnen is … Ik denk dat daar een enorme fout is gebeurd en dat die oorlog gewenst was door Hamas. Dat was wat ze wilden. Dat Israël op die manier ten strijde zou trekken. Dat is een enorme valstrik geweest … Ik vind dat de regering in Israël toen moreel ontspoord is … Ik denk dat daar een opportuniteit gemist is, dat Israël met Arabische bondgenoten naar een oplossing had kunnen gaan om met veel minder geweld Hamas als terreurbeweging uit het bestuur van Palestina te verdrijven … Enzoverder*
Ik ben geïnteresseerd in de inhoudelijke argumenten van het debat, maar dit keer wil ik het liever over de interactie en de retoriek hebben. Dat komt omdat ik in mijn radicaallinkse jeugd – in opdracht van de partij – vaak ‘kritische vragen’ ben gaan stellen aan sprekers. De rol van vragensteller is bijzonder moeilijk. Je bent zenuwachtig. Eigenlijk wil je geen vraag stellen, maar een klein betoog houden, vermomd als vraag. Het publiek wil eigenlijk niet horen wat jij te vertellen hebt, maar is gekomen om de spreker te horen. Het beste wat je dan kunt doen is een paar keiharde, onloochenbare cijfers te debiteren en heel duidelijk formuleren waarom die cijfers het discours van de spreker ondergraven. En dan pro forma eindigen met een vraag.
De Meulder doet bijna alles fout. Ten eerste schudt hij tijdens het hele voorafgaande exposé van de spreker met zijn hoofd van nee. Hij had het omgekeerde moeten doen: ja knikken, als teken dat hij begreep wat er gezegd werd en dan de spreker verrassen. Ten tweede – zijn grootste fout – hij brengt een onderwerp ter sprake dat de spreker niet had aangeraakt. Dat werkt bijna altijd op de zenuwen van het publiek. Ten derde gebruikt hij in het midden van zijn uiteenzetting een vragende toon (‘de genocide is toen begonnen, ja?) waarmee je de spreker de gelegenheid biedt om daarop te antwoorden. Ten vierde is hij onnodig agressief (‘u hebt al lang gesproken hé’), wat je niet moet doen als je weet dat de spreker een betere polemist is dan je zelf bent.
De vijfde fout is zowel ingewikkeld als typisch. De Meulder wil een uitspraak van De Wever tegen hemzelf gebruiken. De Wever heeft ‘in bescheiden kring’ iets gezegd en nu zal De Meulder dat openbaar maken, en daarmee De Wever confronteren en hem ontmaskeren. En wát heeft De Wever gezegd? De Meulder moet dat nu in de directe rede formuleren, wat op zichzelf al een moeilijke overgang is. De Wever heeft dus gezegd: ‘Als ik vertel wat mijn standpunt over Israël is, ben ik morgen geen premier meer.’ In het extreemlinks milieu waarin De Meulder verkeert, slaat zo’n uitspraak in als een bom. Zie je wel! Zie je wel! Hij zegt het zelf! Terwijl een normaal mens denkt: Ha, weer zo’n cynisch De Wever-mopje, je moet daar geen grote conclusies uit trekken
. En eigenlijk weet De Meulder dat ook. Hij mist dan ook op het beslissende ogenblik de brutaliteit – die Hedebouw wel zou hebben gehad – om onmiddellijk zijn vraag te stellen: ‘Wat is dan dat standpunt, meneer de Wever, dat u verborgen houdt en dat u het premierschap zou kosten?’ In de plaats daarvan gaat hij zenuwachtig improviseren: ‘… genocidesupporter Maarten Boudry … uit uw lezing begrepen … u bent historicus … goedkeuring van wat daarna (!) gebeurd is …’ En dan pas aan het einde stelt hij nogmaals de vraag naar het ‘verborgen standpunt’ van De Wever, zonder het gevaar voor zijn premierschap opnieuw te vermelden. De Wever heeft nu voldoende tijd gehad om zijn antwoord voor te bereiden.
Ik heb als ‘kritische vragensteller’ allerlei soorten replieken van sprekers of moderatoren moeten incasseren: het goedmoedige mopje-naast-de-kwestie (Herman De Croo), de hautaine sneer (Walter Zinzen), de sadistische grijns (Eric Corijn), de zakelijke uitleg (Willy Courteaux) ... De Wever bespeelt vooral het register van de zakelijke uitleg. Terwijl de vraag gesteld wordt, maakt hij een notitie, waaruit moet blijken dat hij de vraag ernstig neemt. Hij antwoordt zonder omwegen op de vraag, namelijk wat zijn standpunt over Gaza is. Slechts aan het einde van zijn antwoord vermeldt hij dat de vragensteller niet aansloot bij het sociaal-economische onderwerp van de lezing**.
Eigenlijk zou ik in deze kwestie sympathie willen hebben voor De Meulder omdat hij de underdog was, die ik in vergelijkbare omstandigheden zo vaak ben geweest. Maar hij maakt het mij moeilijk door de superieure grijns die hij aanhield tijdens het antwoord van De Wever. Het is de grijns van de zelfoverschatting en van het grote gelijk***. ‘Geef mij pen en papier, en ik kan alles wat De Wever hier zegt weerleggen. Wacht maar tot mijn stuk op De Wereld Morgen verschijnt. Daar zal hij niet van terug hebben.’
Mocht de lezer ondertussen nieuwsgierig zijn naar de ‘verborgen standpunten’ van De Wever die hem, mocht hij ze openbaren, zijn premierschap zouden kosten, dan wil ik die wel proberen te raden. ‘De vernietigende oorlog van Israël is immoreel, maar is geen genocide. De Gaza-berichtgeving in onze media is eenzijdig. Sommige politieke partijen, ook binnen mijn coalitie, nemen extreme anti-Israël-standpunten in om stemmen te winnen onder de moslimbevolking. Ook mét de onrechtvaardige oorlog, blijft Israël het meest liberaal-democratische land van de regio.’ Dát kan je als premier niet zeggen.
* Het hele filmje met het uitgebreide antwoord staat hier. Het meest interessante onderdeel voor mij was het volgende: ‘We waren met ons land deze zomer pro rata wereldkampioen in het aanleveren van humanitaire hulp aan de Palestijnen. We hebben ook veel extracties gedaan van gewonden … Dat is wat we doen. Ik denk dat dat wel iets betekent.’
** Bij het beantwoorden van een andere PVDA-achtige vraag besluit De Wever respectvol: ‘Ik vrees dat we van mening zullen blijven verschillen. Dat is niet oneerbaar.’
*** Die grijns zal De Meulder nooit helemaal wegkrijgen, maar hij kan er wel aan werken.
Als op een Palestina-betoging 250.000 mensen meelopen kun je er zeker van zijn dat een grote meerderheid humanitairen zijn die eigenlijk alleen willen dat er zo spoedig mogelijk een liefst defintief einde komt aan de bombardementen, de beschietingen en de honger. Slechts een kleine minderheid van hen zijn ideologen die gedreven worden door radicale haat tegen het Westen. Tussen die twee uitersten bevindt zich een iets grotere minderheid die humanitaire bekommernis aan ideologische vooringenomenheid koppelt. Die laatste strekking liep trouwens niet alleen mee in de betoging; ze was ook erg aanwezig in onze pers.
BeantwoordenVerwijderenDenk je dat? De reacties op de trump-deal waren in de MSM getuigden van weinig entoesiasme, eerder teleurstelling. En ik heb nog geen positieve reactie gehoord van
VerwijderenGennez of van de führer(in) van de RUG . En al die zgn. humanitairen die meestappen met de Jihadisten, waar waren die de dagen na 7 oktober? Geen sikkepit medelijden met de verkrachtte Joodse vrouwen, zeker niet vanwege de feministen. Die zgn hongersnood in Gaza, heb je gezien hoe blinkend en blozend die gazanen waren die gisteren vierden? met schotels vol lekkernijen die rondgingen daar waar iedereen zou moeten scheuren van de honger. Alle propaganda valt in duigen. Die zgn brave mensen wilden eigenlijk geen staakt-het-vuren, ze wilden Israël van de kaart geveegd zien. Vandaag marcheerden er alweer honerdduizenden hamas-supporters door Londen, kwaad dat Hamas het trumpvoorstel moest aanvaarden. In NewYork werd tijdens een grote mars geroepen dat 7oktober veel te weinig was geweest en dat ze 7 oktober opnieuw moesten doen, maar dan wel veel beter. Jaja, een grote hoeveelheid humanitairen.
Uiteraard zal de pers geen bocht van 180 graden maken, maar elke lichte accentverschuiving is al voldoende om een extremist als Ludo de Witte te doen spreken van de teneur van de Westerse propaganda.
Verwijderen" Ik kan moeilijk schrijven: ‘Ludo De Witte is crapuul, of om preciezer te zijn: een betaalde agent van Hamas.’ "
BeantwoordenVerwijderenHaha, maar je hebt het toch maar lekker gezegd. Hoe noemt zoiets? Tactische formulering?
Zeker, het is een stijlfiguur, maar het is ook als eerlijke illustratie van misleidende hyperbolen bedoeld. De Witte is géén betaalde agent van Hamas, net zomin als Prévot een dienaar is van de leidende klasse.
VerwijderenUw vermoeden van wat Bart De Wever niet mag zeggen als hij wil aanblijven als premier, is ook ongeveer mijn vermoeden. Het klopt niet alleen dat hij dit best niet openlijk zegt als hij premier wil blijven, ik denk ook enigszins dat het vermoedelijke standpunt zelf ook wel eens inhoudelijk zou kunnen kloppen. (Maar wie ben ik, natuurlijk.) Groet, J.D.
BeantwoordenVerwijderenInteressante blog hebt u overigens. Ik volg met plezier. (J.D.)
Verwijderen