Code Rood
     Bestaat de mogelijkheid dat actiegroepen als Code Rood zich, naar aanleiding van Palestina-acties, ontwikkelen tot heuse terroristische organisaties? Ik maak mij daar eerlijk gezegd niet zoveel zorgen over. Maar er is een historisch voorbeeld. De terreurgroep Baader-Meinhof is ook niet ontstaan vanwege wantoestanden in het toenmalige West-Duitsland. Die wantoestanden – zoals indertijd  beschreven door Günter Wallraff – waren bij wijze van spreken niet erg genoeg. Het waren buitenlandse wantoestanden – de dictatuur in Iran, de oorlog in Vietnam – die de morele excuses voor het terrorisme leverden. 
Volgens sommige linksen kun je beter zwijgen over Antifa want die organisatie ‘bestaat niet.’ In een stuk van Klaas Maenhout (15/10) lees ik welke gewelddadige linkse groepen er wél bestaan. Front d’Action Révolutionaire, Collectif Jeunesse Indépendante, Université Populaire de Bruxelles, Antifascist Action Brussels, Bruxelles Intifada, Secours Rouge, Classe Contre Classe en ten slotte het beter bekende Code Rood.
Is er iemand die het mij kwalijk zal nemen als ik dat vermoeiende rijtje vervang door de gebalde uitdrukking Antifa? Zouden die mensen zelf boos zijn als ik die naam gebruik? Zijn ze soms niet tégen het fascisme?
Ik lees niet vaak gedichten, maar af en toe blader ik in De mooiste gedichten van Fernando Pessoa. Een van die gedichten begint een zin die ik niet goed vertaald vind.
            Vivem em nós inúmeros.
            In ons leven tallozen.
Dat is verwarrend. Bij in-ons-leven denk je eerst dat leven een zelfstandig naamwoord is. Pas achteraf zie je dat het een werkwoord is. Een betere vertaling zou volgens mij zijn:
Tallozen leven in ons.
Daarmee verliezen we de inversie werkwoord-onderwerp van het Portugees, maar het blijft dichterlijk en mysterieus genoeg. We houden voldoende afstand van bijvoorbeeld het prozaïsche Er leven in onze ziel talloze persona’s.
Hypernerveuze samenleving
     In Nederland heeft de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving een advies opgesteld voor de regering en het parlement om iets te doen tegen de ‘hypernerveuze samenleving’. Karel van het Reve schreef in 1973 een stuk met de lange titel: ‘Je kunt al vijftig jaar lang geen deur opentrekken en geen radio aanzetten of iemand zegt dat wij in een haastige tijd leven.’ Dat wordt dus: je kunt al honderd jaar geen deur opentrekken ...
 Wetenschapsbeleid
     Ik zie op de opiniepagina (DS 14/10) een grote kop: ‘Deze regering holt het wetenschapsbeleid uit.’ Wedden dat het stuk niet gaat over batterijtechnologie? Even scannen: ‘sociale en humane wetenschappen’ … ‘maatschappelijk relevante disciplines zonder directe technologische output’ … ‘ethische en sociale dimensies van de technologie’ … ‘democratische weerbaarheid’ … ‘Martha Nussbaum’ …
De sociaal-liberaal in Ive Marx
     Ive Marx is geloof ik een sociaal-liberaal in de echte zin van het woord. Als het over armoedebestrijding gaat, neigt hij naar sociale recepten, als het over productiviteit gaat naar liberale recepten. Vandaag (DS 14/10) is het de liberaal die aan het woord is: meer loonverschillen, meer arbeidsmobiliteit, minder overheidsdirigisme, weg met de loonnormwet.
Het enthousiasme van Ruben Aerts
      Ik ben er zeker van dat Ruben Aerts een groot filmliefhebber is, maar in zijn recensies kan hij dat goed verbergen. Als hij een film prijst of afkraakt,  doet hij dat altijd om de verkeerde redenen. Maar zijn lof voor de nieuwe film van Linklater Nouvelle Vague is anders. Hier kun je niet meer twijfelen: hij heeft van die film genoten.
Utopegem
     Piet van Meerbeek, educatief medewerker van Avansa Oost-Brabant, is van oordeel dat ‘de meeste politici steeds dezelfde frases herhalen.’ Het roer moet om.
Sociaal-culturele organisaties tonen hoe dat kan. Projecten als Utopegem van de Avansa’s … creëren plekken waar burgers samen nadenken over de wereld van morgen … In Utopegem kregen deelnemers een denkbeeldig eiland als vertrekpunt, een plek zonder regels, zonder geschiedenis. Vanaf nul mochten ze hun samenleving opnieuw uitvinden. De meeste voorstelen waren niet revolutionair, maar laten toch een nieuwe wind waaien.
Als ik een goede dag heb, zou ik enkele intellectuele bezwaren tegen die zienswijze kunnen formuleren. Maar ik geef toe dat mijn weerzin een stevige emotionele component heeft. Ik probeer mij de vergaderzaal voor te stellen, de mensen aan de tafels, de koffie …
Verslikken
    Je kunt geen krant openslaan of je leest ergens: ‘Bij het lezen van zus-en-zo, verslikte ik mij in mijn koffie.’ Kunnen we dat cliché niet af en toe, één keer op de drie bijvoorbeeld, vervangen door ‘Bij het mij verslikken in mijn koffie, las ik zus-en-zo.
De represailles van Hamas
      Hamas, zo dacht ik, zal na de Israëlische terugtrekking door de straten paraderen om te bewijzen dat ze niet verslagen zijn, en dat dan posten op de sociale media. Nu blijkt dat ze iets anders posten: hoe ze ‘verraders’ een zak over het hoofd trekken en dan executeren. Zelf klamp ik mij vast aan de hoop dat de Arabische vredesmacht snel ter plaatse zal zijn. En lees ik de stukken in De Standaard over de kwestie. Het stuk van 15 oktober eindigt met een lange quote van ‘Palestijnse burgerjournalist’ Saleh-al-Jafarawi over de represailles tegen Gazaanse ‘verraders’ En die quote eindigt dan weer met de zin: ‘Hamas gaat daarbij in sommige gevallen te ver.’
    Ik hou van een understatement op zijn tijd, maar soms, hoe zal ik het zeggen, gaat men daarbij te ver.
 De scenario’s van de vakbond
     Liegen de vakbonden echt,  zoals MR beweert, vraagt Ruben Mooijman zich af (DS 15/10). Zijn antwoord: ‘De waarheid ligt in het midden … Het ABVV benadrukt het ongunstigste scenario, en de MR het gunstigste.’ 
     Wat het ABVV betreft kan ik mij daar iets bij voorstellen. Ik herinner mij de vakbondsvoorlichting over de lerarenpensioenen, met voorbeelden die berekend waren tot een cijfer na de komma. De scenario’s waren toen heel zorgvuldig uitgekozen, en ze gingen uit van hypothesen die even zorgvuldig waren uitgekozen. De toekomstige gepensioneerde leerkracht was iemand die net te weinig dienstjaren had, net onvoldoende uren per week had gewerkt, net te laat zijn vaste benoeming had gekregen, net te vaak ziek was geweest, en net in die gezinssituatie was terechtgekomen die volgens plannen, die niet eens vastlagen, het laagste pensioen zou opleveren. Ook werd de hoogte van het pensioen en de pensioenleeftijd zonder veel onderscheid samengevoegd, zodat we misschien wel honderdduizend euro zouden verliezen. Een heel bedrag als je het in briefjes van vijftig op een tafel zou uitstallen.
Daklozen
     Stukken in de krant over daklozen, sla ik nooit over. Ik denk dan altijd aan het stuk Nachtasiel van George Orwell, of aan mijn jonge jaren toen ik wel eens de laatste trein miste, probeerde te slapen op bank in een station, en dan werd weggejaagd. Dit keer trok het stuk van Amerika-reizigster Ester Meersman mijn aandacht (DS 15/10). In het stadje Boise, Idaho worden daklozen niet geduld, schrijft ze. Ze zag ergens een haveloze man rondlopen met een winkelkarretje en raakte ermee in gesprek.
Ik vroeg of er dan geen opvang was. Die was vaak vol en daar mocht hij niet al zijn spullen meenemen. ‘En als ik ze ’s nachts laat staan, dan neemt een van mijn collega’s ze mee en ben ik alles kwijt.’ Met spullen bedoelde hij overigens ook drugs.
 Arbeidsmobiliteit
     De economische wetenschap beweegt zich tussen axiomatische redeneringen en empirische metingen. Gisteren schreef Ive Marx in De Standaard dat loonverschillen de arbeidsmobiliteit bevorderen. De axiomatische redenering klopt. Een productiever bedrijf kan hogere lonen betalen, en trekt dus werknemers aan uit een minder productief bedrijf. Maar vandaag (15/10) antwoordt Wouter Zwysen van de linkse denktank Minerva dat empirische vaststellingen die redenering tegenspreken. ‘Vergelijkend onderzoek heeft uitgewezen dat de arbeidsmobiliteit in Noorwegen niet lager ligt dan in de Verenigde Staten.’ Het probleem bij dat soort ‘vergelijkend’ onderzoek is natuurlijk dat arbeidsmobiliteit niet alléén door loonverschillen wordt gestimuleerd.
Mia Doornaert over internationale politiek
     Vanwege haar frequente tirades tegen woke wordt Mia Doornaert door een bepaald soort links uitgespuwd. Maar neem nu haar laatste stukje over de politieke impasse in Frankrijk (DS 16/10): dat is toch een heel leerzame en beknopte samenvatting van een heel ingewikkelde kwestie. Pas nu begrijp ik goed waarom Macron blunderde met de ontbinding van het parlement en het uitroepen van de nieuwe verkiezingen. Voor zo’n stukken moeten we haar toch ook niet uitspuwen, hoop ik.
     In haar conclusie haalt Doornaert een laatste keer uit naar Macron: zijn démarches rond Gaza noemt ze ‘een wanhopige poging om ten minste internationaal te scoren’ nu hij nationaal niets kan verwezenlijken. In die context schrijft Doornaert nog dat ‘Netanyahu en Hamas elk een halve overwinning behaalden.’ Ik lees dat als een soort voorspelling: dat Hamas niet uit Gaza zal verdwijnen. Ik ben benieuwd of die voorspelling uitkomt. Ik hoop op een andere afloop.
Wispelturige Trump
       De conservatieve filosoof Michael Oakeshott (1901-1990) schrijft dat in de politiek ‘caprice is never absolute’. Nu is het meestal moeilijk, naar de mening van zijn opponent Karl Popper, om Oakeshott te weerleggen, maar men krijgt de indruk dat Trump dicht in de buurt komt.
Gaza-politiek, berekening en empathie
       Niet alle argumenten die ik lees tegen Trumps Gaza-politiek zijn even goed. Neem nu het opiniestuk van islamleerkracht Bahattin Koçak (DS 17/10). Over de vredesonderhandelingen schrijft hij:
‘Wie zaten daar echt aan tafel? De Amerikaanse president Donald Trump, de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, de leiders van Egypte en Qatar. Geen van hen heeft in zijn politieke loopbaan blijk gegeven van oprechte bekommernis om de mens achter het conflict. Wat hen bindt, is niet emphatie, maar berekening.’
Laten we hópen dat het ‘berekening’ is. Met de wraaklust van de twee strijdende kampen zullen we er niet komen. In de hele oorlog hadden de Israëli’s alle empathie van de wereld voor de Israëlische slachtoffers, en hadden de Palestijnen alle empathie van de wereld voor de Palestijnse slachtoffers. Maar voor elkaars slachtoffers hadden ze nul empathie. De empathie, zoals George Brassens in een andere context zingt, ‘ça ne se commande pas’. Je kunt het niet bestellen op Amazon.com.
Ik sla nooit De Standaard open zonder minstens een blik te werpen op het redactioneel commentaar. Soms lees ik het helemaal. Dat commentaar heeft vaak te maken met berichtgeving die ergens anders in de krant terug te vinden is. De lezer verwacht dat het commentaar een mening weergeeft, terwijl de berichtgeving zich beperkt tot de feiten, aangevuld met lange of korte interviews met belanghebbenden of experts. Maar in de selectie van feiten, belanghebbenden en experts komt vaak evengoed een mening naar voren. En die mening is dan meestal ongeveer dezelfde als die van het commentaarstuk.
Soms is het anders. In De Standaard van 3 oktober stond bladzijde 2 het commentaarstuk van Karel Verhoeven. We moeten ruimtelijke ordening zoveel mogelijk overlaten aan ambtenaren die de regels toepassen en adviezen schrijven. Daarnaast stond op bladzijden 2-3 een groot interview met een expert die het tegenovergestelde beweerde: het vergunningsbeleid moet soepeler, de adviezen van ambtenaren mogen niet bindend zijn, en politici moeten meer mogelijkheden krijgen om af te wijken van bepaalde regels. Op de opiniepagina’s staat dan weer een stuk tégen de versoepeling van het vergunningsbeleid.
Alles samen krijgen we een mooi evenwicht, weliswaar over een onderwerp dat mij niet erg ter harte gaat.
Ik heb enkele maanden geleden vrij kort na elk elkaar vijf griezelfilms gezien. Ik zal in wat volgt een score geven op 5 sterren.
The Gorge (2023) * Een Amerikaanse spion en een Russische spionne moeten een ravijn bewaken die een onbekende dreiging bevat. Ik wou kijken vanwege Anya Taylor-Joy. In het eerste halfuur ontspint zich een aardige romance. De actiescènes die erna kwamen heb ik grotendeels in versneld tempo doorgespoeld.
The Substance (2024) * Demi Moore volgt een onnatuurlijke verjongingskuur. Maatschappijkritisch en op een irritante manier voorspelbaar. De critici waren enthousiast.
Nosferatu (2024) ** Een poging om het oude verhaal te vertellen met nieuwe accenten, interessante decors, en 19de-eeuwse dialogen. Stijlvol maar vervelend.
Suspiria (2018) *** Een remake naar het schijnt. Intriges en machtspelletjes onder vampiers die een balletschool runnen. Spannend en best ontroerend. De enige film van het rijtje die ik wel eens wil terugzien.
Abigail (2024) **** Gangsters ontvoeren het dochtertje van een rijke stinkerd. Dat dochtertje is, jawel, je raadt het al goede lezer, een vampier. Grappig, maar niet ha-ha grappig. De gangsters doen het domste wat je in een griezelfilm kunt doen: ze verspreiden zich. De oudste en beste truc om kijkers de daver op het lijf te jagen.
 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten