Fly Me to the Moon
Fly Me to the Moon is een romcom met Scarlett Johansson en Channing Tatum. De film prijkt geloof ik niet op veel eindejaarslijstjes van beste films. Het zij zo.
Mijn eigen lijstje wou ik zoals altijd angstvallig geheim houden, maar toen kreeg ik een mail van mijn goede vriendin C., die haar beklag deed over de onderwaardering waarvan Fly Me volgens haar het slachtoffer was. Ik deelde haar mening over dat onrecht en heb daarom beslist om een uitzondering te maken en die ene film uit mijn top-20 alsnog bekend te maken. Hier staat een hoger belang op het spel. Echt goede romantische komedies, zoals men die in de jaren 30 van vorige eeuw aan de lopende band maakte, zijn vandaag few and far between. Het basisrecept van naïef cynisme of cynische naïeviteit dreigt verloren te gaan.
Fly Me is een aardig niemendalletje – zoals een komedie hoort te zijn. De recensent van The Atlantic schreef terecht: ‘Its very shallowness is the point’. Maar verder valt alles in de film verdomd goed op zijn pootjes, te beginnen met de zwarte kat die in het begin van de film op het lanceerplatform rondloopt. Het is een klassiek maar elegant voorbeeld van een Tsjechov-pistool, net als de terloopse vermelding van regisseur Stanley Kubrick, althans voor wie het mopje kent. Kubrick, zo gaat dat mopje, werd door de Geheime Dienst gecontacteerd om een getrukeerde maanlanding te filmen die men als een echte maanlanding op televisie zou uitzenden. De regisseur ging akkoord, op één voorwaarde: dat hij alles ‘op locatie’ kon opnemen.
Veel filmrecensenten reageerden negatief op Fly Me. Ze vonden de film maar niks. The Hollywood Reporter schreef: ‘The film weirdly blends together romantic comedy, historical drama and conspiracy thriller.’ Maar wat is hier weird aan die blend? Het is alsof je zou schrijven dat Ninotchka van Wilder en Lubitch een ‘rare’ combinatie was van romantiek, anticommunisme en slapstick. Ik vind het juist aangenaam dat een zwaar onderwerp als samenzweringstheorieën wordt afgewisseld met een lichtvoetige romantische intrige.
Liefde, wat op zich een zwaar onderwerp is, wordt in een goede, ouderwetse romcom op een cynisch-naïeve toon aangepakt. Die toon is ook heel goed bruikbaar om zoiets als een bekende samenzweringstheorie op de hak te nemen. Andere films die een vergelijkbaar onderwerp behandelden, gleden af in sarcasme en absurde karikatuur, zoals Wag the Dog en Don’t Look Up. In Fly Me wordt sarcasme vermeden en wordt de karikaturale toets samengebald tot één personage – gespeeld door Woody Harrelson. Die doet dat heel goed. Je gelooft in zijn personage, en tegelijk weet je dat zulke types niet echt bestaan – of toch niet op die manier. Zoals samenzweringen niet echt bestaan – of toch niet op die manier.
Sommige moderne critici lijken de échte komedie ontwend te zijn. Ze menen stijlbreuken te zien, maar merken de onderliggende eenheid van toon niet. Ze zijn vertrouwd met blends zoals tragikomedie en dramedy; bij vrolijk en naïef cynisme staan ze perplex.
Christopher Nolan
Laatst botste ik aan tegen een FB-discussie over de filmregisseur Christopher Nolan. Je weet hoe dat gaat. Iemand vindt Memento en The Prestige leuke films maar Interstellar en Oppenheimer miskleunen. Iemand anders vindt het tegenovergestelde. Zoiets is een kwestie van smaak. Je kunt wijzen op objectieve kenmerken, maar daarmee kom je er niet. Het scenario van Inception zit vol gaten terwijl de de vertelling van Dunkirk zo helder is als je die in een oorlogsfilm kunt krijgen; toch kun je de eerste film koesteren en de tweede haten. Zelf hou ik van alle Nolan-films, behalve van Tenet, maar met mate. Nolan is meer een regisseur voor de generatie van mijn zoon.
’t Is dus allemaal een kwestie van smaak, wat niet betekent dat er geen goede en slechte smaak zou bestaan. Het oordeel van een Beotiër heeft niet hetzelfde gewicht als dat van een erkende arbiter elegantiarum. Ik ben geloof ik geen van beide. Ik vind het vaak – niet altijd – moeilijk om uit te maken of ik iets nu goed of slecht vind. Vaak bekijk ik dezelfde film meerdere keren. Het gebeurt dat een film bij een tweede visie ongeveer dezelfde indruk maakt, of een betere, of een slechtere. Bij Nolan bijvoorbeeld vond ik dat een tweede visie meestal tegenviel. Batman Begins was natuurlijk verfrissend. De oude mythologie werd heruitgevonden, met een nieuwe balans tussen realisme en fantasie. Maar de tweede keer vond ik hem al wat vervelen. Ik zou veel liever nog een keer de Batman van Tim Burton zien, dan een van Nolan-trilogie.
Supersex
Supersex is een Italiaanse serie over de carrière van de porno-acteur Rocco Sifredi. Het verhaal wordt eenvoudig verteld, met heel veel uitleg door de vertelstem, wat overigens geen bezwaar mag zijn. Centraal staan de gevoelens, de trauma’s, de familierelaties, de koppeling en loskoppeling van liefde en seks, dat soort dingen. Ik had gehoopt dat het zou gaan over de opbouw van een zakenimperium.
Als je met een bepaalde verwachting aan een film of serie begint, kan dat de uiteindelijke appreciatie sterk beïnvloeden. Dit gezegd zijnde: de twee laatste afleveringen zijn de beste.
Olivia Hussey (1951-2024)
Vandaag is niemand meer verbaasd als er een min of meer commerciële film gemaakt wordt van een Shakespeare-stuk, maar voor 1968 was zo’n verfilming iets voor theaterliefhebbers en cinefielen. Zeffirelli had in 1967 al een vrij geslaagde poging gedaan met The Taming of the Shrew. Het populaire acteurskoppel Richard Burton en Elizabeth Taylor was uitermate geschikt om de doorsnee kijker naar de bioscoop te lokken. In 1968 probeerde hij iets anders: een Shakespeare voor de jeugd, dat wil zeggen voor puberende hippies. Zijn invalshoek was even eenvoudig als briljant: hij koos ervoor om de 15-jarige Juliet door een 15-jarige actrice te laten spelen, en de 17-jarige Romeo door een 17-jarige acteur. Hun kapsel in de film sloot zo dicht mogelijk aan bij dat van de toenmalige jongeren.
Nu moest het eenvoudige en briljante idee nog verkocht worden. Daarvoor werd er een speciale trailer gemaakt. Fragmenten uit de film werden afgelost met footage waarop je de jonge acteurs in moderne kleren zag flaneren in de stad en stoeien aan de rand van het zwembad, alsof ze ook in werkelijkheid een stel waren. Die slimme trailer vind ik nergens terug. In de official trailers op Youtube komen de eigentijdse beelden niet voor.
Veel jongeren lieten zich door de trailer verleiden, gingen naar de film kijken, en waren achteraf ontgoocheld. ‘Ze spreken in gedichten,’ zei mijn buurjongen. Zelf vond ik de film erg mooi, en later toen ik les gaf liet ik er in de klas beelden van zien wanneer ik de renaissance behandelde. De meisjes waren dan verliefd op Romeo en zochten op hoe die de jongen die hem speelde – Leonard Whiting – er ondertussen uitzag. Ook zij waren ontgoocheld. Juliet werd gespeeld door Olivia Hussey. Ze is nu overleden.
Het dispuut over smaak is even moeilijk als interessant en komt daardoor vaak weer. Smaken verschillen maar evolueren ook. Zo interesseert voetbal me tegenwoordig geen "bal" meer, terwijl ik vroeger juichend in de zetel zat en alle spelers van elke eersteklasseploeg kende. Mijn muzieksmaak was zeer lo-fi toen ik "of age" kwam, terwijl ik goeie producties en vernuftige arrangementen nu veel hoger aansla dan een onbestemde vibe.
BeantwoordenVerwijderenAnderzijds willen sommige zaken maar moeilijk evolueren. Om het decennium probeer ik James Joyce, telkens tevergeefs. Te moeilijk. En af en toe probeer ik in de muzieksmaak van jongere mensen te komen. Dan luister ik naar 1989 van Taylor Swift, en vind ik er niks aan. Te vlak. Conceptuele kunst kan mij verwonderen maar be- is een brug te ver-.
Je kijkt beter niet naar TV-series die het verleden kleur gaven. Ze blijken zelden de tand des tijds te doorstaan. Films zijn beter bestand. Dat suggereert dat de filmkunst eerder zijn hoogtepunt of maturiteit bereikte dan series. Ik geloof wel in conjunctuur. Waar op de curve een kunstvorm zich bevindt, is ieder kind van zijn tijd, met persoonlijke voorkeuren toe.
Over film zwijg ik eerder want ik besef telkens weer dat mijn vermogen om beeldtaal te interpreteren tekortschiet, of toch zeker sterk achterblijft bij dat van mijn vrouw. Als het verhaal niet klopt, kan ik mij ergeren. Bij Inception deed ik dat niet, omdat het idee zo overweldigend was en de uitwerking zo'n heksentoer, dat ik bijna vond dat de "gaten" erin mochten "by design".
D.
TV-series zijn inderdaad later volwassen geworden. Ik denk dat veel reeksen van nu wel de tand des tijds redelijk zullen doorstaan. Ik denk dat ik nog altijd zou genieten van 'Moonlighting' terwijl dat met 'Hill Street Blues' moeilijk zou zijn.
VerwijderenDe gaten in een toneel- of filmtekst, dat is een oud probleem, en zeer opvallend bij Shakespeare-stukken. De bedoeling is inderdaad dat de kijker zo overweldigd is door de 'Dynamics of the play' dat de gaten niet opvallen, en als ze opvallen, niet storen, of zelfs de indruk geven dat ze er by design zijn aangebracht.
De hoofdstukken in Ulysses zijn van zeer ongelijke moeilijkheidsgraad. De eerste drie hoofdstukken behoren tot de moeilijkste. Het helpt als je de de hoop opgeeft om de secundaire personages bij te houden. Als je maar één hoofdstuk leest, neem dan de finale monoloog van Molly. Die kan makkelijk zelfstandig gelezen worden. En het grappigste hoofdstuk is episode 12 (De cycloop). Molly's monoloog kun je misschien beter als podcast beluisteren: gemakkelijker te begrijpen dan als je die leest.