vrijdag 9 mei 2025

Weg met Maarten Boudry!


De rabbit hole
    
 Laatst las ik ergens dat Maarten Boudry met zijn posts over Israël en Gaza afdaalde in een rabbit hole. De verwijzing naar Alice in Wonderland begrijp ik, en ik voel ook ongeveer aan waar het over gaat. Iemand gaat zich obsessief bezighouden met één kwestie, kan er niet over zwijgen, wordt in zijn mening hoe langer hoe radicaler en onredelijker, en vervreemdt daardoor van zijn vrienden en kennissen die hem een zonderling gaan vinden.
      Valt Boudry onder die definitie? Is hij bijvoorbeeld obsessief? Ik lees soms zijn posts op X.com en die gaan inderdaad vaak over dezelfde onderwerpen: kernenergie, Gaza, Freud, evolutieleer, vooruitgangsoptimisme, postmodernisme, complottheorie-theorieën, woke, degrowth en indertijd corona. Maar alleen al met zijn verscheidenheid aan stokpaardjes onderscheidt hij zich van de monomaan die er maar één geeft, chemtrails bijvoorbeeld.
     Je kunt Boudry verwijten dat hij al die onderwerpen vanuit eenzelfde visie benadert, maar consequent zijn op zich is geen nadeel, al gaat hij soms wat ver. Hij gelooft bijvoorbeeld dat we moeten leren leven zonder illusies, omdat illusies oplossingen in de weg staan. ’t Is een verdedigbaar standpunt. In een moeite door vindt hij het verkeerd om kinderen de illusie te laten dat Sinterklaas bestaat. Zijn argumenten ben ik vergeten. Maar mijn vraag is deze: heeft Boudry daarbij een kosten-baten-analyse gemaakt? Het afwegen van voor- en nadelen is iets wat ook voor een rationalist moeilijk is.
     Opvallend is ook zijn eigenzinnigheid en koppigheid. Dat iedereen een andere mening heeft, deert hem niet, in tegendeel: het vuurt hem aan. Hij doet denken aan Victor Hugo, die zag hoe zijn vrienden republikeinen een na een zoete broodjes gingen bakken bij Napoleon III. Niet zo Hugo en niet zo Boudry. Hij heeft zoals iedereen graag veel geloofsgenoten, duizend, of honderd, of tien, maar als hij alleen overblijft, dan is dat maar zo.

           Si l’on n’est plus que mille, eh bien, j’en suis! Si même
           Ils ne sont plus que cent, je brave encor’ Sylla;
           S’il en demeure dix, je serai le dixième
           Et s’il n’en reste qu’un, je serai celui-là! 

      Uiteraard getuigt zoiets van pretentie en naïviteit, maar dat zijn twee eigenschappen die ik altijd, in combinatie met elkaar, sympathiek gevonden heb, zeker als er nog een derde eigenschap bijkomt: enig verstand.
     Met sommige van zijn koppige standpunten isoleert Boudry zich duidelijk van de consensus. 't Is zonde dat ik het zeg, maar zowat iedereen in ons land, behalve degenen die bewust het zionisme aanhangen of er uitdrukkelijk sympathie voor hebben*, zien in Gaza een oorlog waarbij het Israëlisch leger zoveel mogelijk burgerslachtoffers maakt. Het is de ondertoon van elk persbericht en -analyse. Boudry ziet dat anders.
      Zo
n eenzaam standpunt hoeft geen probleem te zijn. Je zit nooit op café met ‘zowat iedereen’. Iets anders is het als je je met je standpunt onderscheidt van je vrienden, kennissen en collega’s. Dat wordt pijnlijker. Eigenlijk kun je dan best zwijgen, zeker als het over abortus, Israël, Trump of vrij wapenbezit gaat, want het is geloof ik nog nooit voorgevallen dat iemand over die kwesties van mening verandert door een discussie, en het is zeldzaam dat zulke discussies niet in ruzie ontaarden.
     Wat ikzelf een beetje vervelend vind, is dat Boudry zich wel eens herhaalt. Keer op keer noteert hij dat dit of dat voedselconvooi door het Israëlisch leger wél werd doorgelaten, en keer op keer noteert hij dat Hamas voedsel gestolen heeft. Dat gaat vervelen. Eerlijk is het niet, maar de mainstream media mógen elke dag hetzelfde schrijven over Israël zonder dat iemand daar aanstoot aan neemt. Een dissident daarentegen moet oppassen: die krijgt veel makkelijker de reactie: ‘Daar gaat hij weer.’
     De oorzaak van die herhaling is wellicht de volgende. Altijd weer ziet Boudry dezelfde beweringen en argumenten terugkeren die hij flagrant onjuist vindt. Als iemand ‘wit’ zegt, en hij denkt dat het ‘zwart’ is, dan kan hij moeilijk zijn mond houden. Maar misschien zou hij wat vaker de grijze zone op moeten zoeken. Eens kijken waar zijn tegenstanders wél een goed argument te pakken hebben, en daar dan iets over zeggen.
      Boudry stoort zich aan de bewering of suggestie dat het Israëlische leger Gaza is binnengevallen met de bedoeling om zoveel mogelijk burgerslachtoffers te maken. Maar het argument dat de Israëlische inval disproportioneel was, gaat hij wat uit de weg, ook al omdat hij er halvelings mee akkoord gaat.  Het is nochtans een belangrijke vraag voor een moralist. Kun je voor een legitiem doel – het militair uitschakelen van Hamas – middelen gebruiken waar je van weet dat ze een heel groot aantal burgerslachtoffers zullen eisen? Je kunt daar de strategie van Hamas verantwoordelijk voor stellen, maar Israël kénde die strategie op voorhand. Ben je dan niet mee verantwoordelijk voor de gevolgen? Zoals onbezonnen revolutionairen mee verantwoordelijk zijn voor de repressieve terreur die ze als antwoord uitlokken?
     Tijdens de corona-epidemie zag je dat ook. Boudry argumenteerde dat het ongehinderd laten voortwoekeren van het virus voor veel onnodige slachtoffers zou zorgen  bijna uitsluitend onder de oudere bevolking, maar toch. Het beleid van de overheid  was dubbel. Ze liet het virus woekeren aan een vertraagd tempo zodat maximaal medische hulp kon worden gegeven aan wie het nodig had en zodat er tegelijk een zekere groepsimmuniteit werd opgebouwd in afwachting van een vaccin. Die aanpak werd flatten the curve genoemd.
      Boudry nam in de kwestie een extreem standpunt in: crash the curve, weliswaar met allerlei redelijke argumenten. Maar het belangrijkste tegenargument – zowel tegen flatten als tegen crash the curve   ging hij uit de weg: de kosten-baten analyse. Zeker zouden er aan batenzijde duizenden oudere mensen worden gered, maar tegen welke prijs? Economische schade, angst als levenshouding, inbreuk op de normale vrijheden, verminderde levensvreugde, hetze tegen andersdenkenden, aanslag op het onspanningsleven van de jeugd, evident absurde regels die het ontzag voor wetten ondermijnen, ontregeling van het onderwijs met dramatische gevolgen.
     Dus ja, Boudry neemt wel eens een extreem standpunt in. Zeker neemt hij vaker standpunten in die onpopulair zijn bij de bevolking en in zijn eigen milieu. Het komt voor dat hij zichzelf herhaalt en de brede discussie beperkt tot het deelgebied waar wit en zwart duidelijk zijn afgebakend. Maar dat maakt hem voor mij geen rabbit-holer. Daarvoor redeneert hij te zindelijk. En dat hij in zijn standpunten altijd maar verder radicaliseert is ook niet waar. Hij blijft koppig staan waar hij staat. 
     Het mooiste bewijs is misschien dat zijn tegenstanders hem maar al te vaak niét aanvallen op wat hij heeft gezegd, maar op woorden die ze hem in de mond leggen. Op x noemt Boudry die mensen dan  leugenaars en daagt hij ze uit uit om te tonen wáár hij zou gezegd of geschreven hebben wat zij beweren. Daar komt dan geen antwoord op. In eervolle tijden zou men zoiets met een duel hebben uitgevochten. 
     Mocht men de draad weer opnemen en er komt zon duel, niet te ver uit de buurt waar ik woon en  niet te vroeg in de morgen, dan wil ik desnoods als secondant van Boudry optreden.

* Ik heb deze zin wat moeten aanpassen. Oorspronkelijk stond er zonder kwalificatie: Zowat iedereen, behalve de bewuste zionisten vindt dat ... ’ Dat  zowat iedereen vindt werd door sommige lezers geïnterpreteerd als een argument voor de stelling die volgde. Dat was niet het geval. Het woord zionisten werd geïnterpreteerd als scheldwoord, terwijl ermee bedoeld werd iedereen die uitdrukkelijk het bestaansrecht van de Joodse natie als staat aanvaardt. 


De Standaard over Boudry
     Standaard-journalist Jan-Frederik Abbeloos geeft aan het nieuwste boek van Maarten Boudry één ster op vijf. Is dat te streng? Laten we dat eens natellen. Maarten verliest één ster omdat hij nu eenmaal geen vijfsterrenboeken schrijft, één ster omdat hij over de verkeerde onderwerpen schrijft, één ster omdat hij over die onderwerpen de verkeerde dingen zegt, één ster omdat Jan-Frederik hem verkeerd begrijpt, en één ster omdat hij zichzelf progressief blijft noemen. Eigenlijk had het dus nul sterren moeten zijn. Die éne ster is een cadeau van De Standaard, uit pure goedheid.
     Boudry heeft een korte reactie gepost op de één-sterrecensie van De Standaard. Hij kreeg op zijn beurt veel reacties: voor en tegen de recensie, voor en tegen Boudry, voor en tegen De Standaard. In een van de reacties werd zwaar getild aan de bewoordingen die Boudry had gebruikt. Zo had hij De Standaard ‘een exponent van alle progressieve dwaalsporen genoemd.’ Dat was toch gewoon schelden? De auteur besloot zijn antwoord aan Boudry als volgt: ‘Het lijkt me veeleer dat het de onderbuik van Vlaanderen is die u toejuicht.
     De onderbuik van Vlaanderen … als ik daar maar niet bij hoor!  

De linkse en rechtse ‘esprit de corps’
     Er zijn verschillende redenen waarom progressieven zich zo heftig uitlaten tegen het nieuwe boek van Maarten Boudry. Een van de redenen is dat Boudry hen zelf ook aanvalt. Dan is een tegenaanval op zijn plaats. Ik wil even de aandacht trekken op enkele andere redenen. De eerste reden is zijn Israël-standpunt. Israël was vroeger al het meest polarizerende onderwerp dat ik kende, en met de dagelijkse beelden van telkens nieuwe Palestijnse burgerslachtoffers is dat nog erger geworden. Voor je het weet ben je een antisemitische Hamas-sympathisant, of ben je persoonlijk verantwoordelijk voor de voedselblokkade.
 
     De andere reden heeft  te maken met het esprit de corps van links. Boudry heeft zijn eigen kamp verraden. Hij beschouwt zichzelf niet als deserteur, maar dat doen de meeste van zijn linkse ex-vrienden wel. Velen van hen delen zijn kritiek op regressief links, maar ergens zijn die regressieven nog altijd … euh … in zekere zin … euh … links. Iemand van het linkse kamp dient op rechts te schieten.
     Bestaat er ook zo’n esprit de corps aan de rechterzijde? Natuurlijk, dat zou er nog aan ontbreken; Het zou dan ook leuk zijn mocht er aan die kant een rechtse Maarten Boudry zou opstaan die het rechtspopulisme even radicaal onder vuur neemt. Zelf voel ik mij echter niet geroepen om die rol op mij te nemen. Ben ik bang om mijn rechtse vrienden te verliezen? Ben ik bang om geïsoleerd te raken? Ben ik bang om gehaat te worden door links en door rechts? Dat speelt zeker een rol, maar er is iets anders dat een grótere rol speelt. Over het rechtspopulisme heb ik gewoon weinig te vertellen. Ik voer daar met mijzelf geen monologue intérieur over. Ik kom dat rechtspopulisme ook niet vaak tegen, want ik lees De Standaard. Ja, op de sociale media, maar dat telt niet. Ik zoek in het debat niet het hoogste niveau, maar ook niet het laagste.



4 opmerkingen:

  1. Bart Holsters9 mei 2025 om 11:57

    "Zowat iedereen in ons land, behalve de bewuste zionisten, zien in Gaza een oorlog waarbij het Israëlisch leger zoveel mogelijk burgerslachtoffers maakt." Is dit ironisch bedoeld? Ik mag het hopen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee, niet ironisch. Dat is de ondertoon van de ongeveer alle berichtgeving in de media, en die slaat aan. En uiteraard: 'Zowat iedereen'.

      Verwijderen
  2. Willem CEUPPENS, Dilbeek9 mei 2025 om 17:44

    Leuk geschreven portret over Maarten Boudry... hoop dat hij dat zelf ook leest... komt dan misschien nog een even leuke repliek...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik blijf erbij dat israël zo weinig mogelijk burgerslachtoffers maakt, zeker in vgl met de oktoberaanval van het Hamas-gespuis.
    De israëlhatende MSM als referentie gebruiken is teleurstellend. De zgn burgers uit Gaza? Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten....

    BeantwoordenVerwijderen