1. Bart De Wever en het sprookje
In de marge van het Euroclear-dossier deed Bart De Wever enkele opvallende uitspraken. Hij zei: ‘Wie gelooft er werkelijk dat Rusland in Oekraïne zal verliezen? Dat is een sprookje, een complete illusie … Het is zelfs niet wenselijk dat Rusland verliest en er instabiliteit ontstaat in een land met kernwapens.’ In het kamerdebat verduidelijkte De Wever wat hij bedoelde met ‘verliezen’: ‘Tegoeden gaan verloren als landen in de klassiek-militaire zin een oorlog verliezen. Maar ik denk niet dat iemand in deze Kamer gelooft dat de oorlog zo zal eindigen.*’.
De uitspraken van BDW volstonden voor sommige buitenlandse media om hem voor te stellen als een handlanger van Poetin. Als ik zoiets lees word ik achterdochtig. Als men in het buitenland zo slecht geïnformeerd en ongenuanceerd over ons land schrijft, hoeveel geloof moet ik dan hechten aan wat in ónze pers over het buitenland verschijnt? Wat moet ik bijvoorbeeld geloven van wat De Standaard schrijft over – zeg – Orban?
En dan zwijg ik nog over de ‘onderzoeksjournalistiek’ waarmee allerlei ‘filières’ worden blootgelegd tussen de Belgische politiek en het Kremlin. Ik heb altijd een hekel gehad aan dat soort Humo-De Morgen-Walter de Bock-journalistiek.
2. De rooskleurige kijk van Hendrik Vos
Bij ons waren de reacties genuanceerder, ook van commentatoren die De Wever niet gunstig gezind zijn. Hendrik Vos zat er wat verloren bij in de uitzending van Terzake (4/12), ook al omdat hij tegenover een financieel experte zat, Veerle Colaert, die het Euroclear-dossier wél begreep en die van nature een spottende trek rond haar mond en ogen heeft. Maar geconfronteerd met de uitspraak van De Wever moest Vos toegeven dat ze misschien ongepast, maar ‘intellectueel correct’ was.
Enkele dagen later herhaalde Vos in De Standaard (9/12) zijn analyse. Het protest van onze regering tegen het Europese plan was ‘terecht.’ We kunnen ons maar beter ‘woedend blijven verzetten’ om bij latere rechtzaken te kunnen zeggen dat de semi-confiscatie onze schuld niet was.
Maar het standpunt van Vos is dubbel. Ons land heeft volgens hem gelijk om zich te verzetten, maar de EU heeft dan weer gelijk om door te zetten. Vos zijn redenering berust op een solide basis. ‘Als Oekraïne geen stabiele financiering krijgt, dan wint Rusland.’ Daar is alvast geen speld tussen te krijgen. De rest van zijn betoog is twijfelachtig. Ja, de herstelbetalingslening houdt zekere risico’s in, geeft Vos toe, en die risico’s zijn voor ons land groter dan voor de andere EU-landen. Maar in het leven moet je risico’s durven nemen. Als we met de fiets rijden, nemen we ook risico’s. En de risico’s in dit dossier zijn helemáál niet zo groot.
Het is duidelijk dat Vos kennis heeft genomen van het dossier. Hij heeft ongeveer begrepen wát de risico’s zijn van een semi-confiscatie: dat de financiële dienstverleners uit Europa zouden kunnen emigreren, dat de ‘nominale sommen’ die aan Oekraïne worden uitgekeerd niet ‘gegarandeerd kunnen worden terugbetaald’, dat er ‘misschien schimmige arbitrageprocedures’ kunnen volgen … Maar dat Vos over die zaken snel-snel iets gelezen heeft, maakt van hem nog geen economisch, financieel of juridisch expert. Wát de risico’s van de semi-confiscatie zijn kan ik ook aan Grok vragen, maar voor het inschatten van de risico’s zou ik noch Grok, noch Vos vertrouwen.
Om de risico’s die er dan toch zijn zo klein mogelijk voor te stellen gebruikt Vos een trucje dat het midden houdt tussen een stropopredenering en een sarcastische overdrijving. De bezwaren tegen de herstelbetalingslening vat hij als volgt samen:
‘Het zal ons duizend miljoen miljard kosten en we keren terug naar het stenen tijdperk. Dan hebben we het nog niet over het scenario waarbij een boze Russische president beslist om een kernbom boven Brussel te droppen.’
Goed, dat ‘duizend miljoen miljard’ is enigszins grappig. Maar het zal mij niet van mening doen veranderen. Het superieure optimisme van Vos is aan mij niet besteed. Hij ziet trouwens ook de geopolitieke toestand in zijn geheel nogal rooskleurig in.
Volgens sommige experts peuzelt Moskou na een overwinning in Oekraïne een paar Baltische staten op. Dat lijkt me nog hyperbolischer dan het gehyperventileer over de drama’s die België zogezegd te wachten staan.
De Baltische staten kunnen dus gerust zijn. Een inval komt er niet. En mocht die er toch komen, dan kan Vos nog altijd zeggen, zoals hij na de inval in Oekraïne zei: ‘Hoe durft Rusland zomaar een land binnenvallen. Dat had ik echt niet verwacht.’
3. Karel Verhoeven over de provocatie
Ook Karel Verhoeven (DS 7/12) bekritiseerde niet wát De Wever zei, maar alleen dát hij het zei. ‘Een provocatieve parler vrai,’ schreef Verhoeven, ‘komt op de wereldscène anders over dan gezellig voor eigen publiek.’
Verhoeven heeft gelijk dat provocaties nadelen hebben. Ze kunnen door de tegenspeler misbruikt worden door ze uit de context te halen. Ze kunnen overkomen als een teken van wanhoop en zwakte. Ze kunnen het voorzichtige diplomatieke spel doorkruisen. Ze kunnen bij de tegenspeler echte of geveinsde verontwaardiging uitlokken. Maar provocaties kunnen ook nuttig zijn. Soms – niet te vaak – is een schokeffect noodzakelijk. Het behoort tot de hogere politieke algebra om uit te rekenen wanneer een provocatie nuttig kan zijn of niet. En van algebra heb ik geen kaas van gegeten.
4. Taboes doorbreken
Een krachtige vorm van provocatie bestaat erin om een taboe te doorbreken. Omdat ik niet voor de wereldscène schrijf maar gezellig voor eigen publiek, wil ik hieronder mijn eigen parler vrai beoefenen, dat wil zeggen: enkele taboes doorbreken die typisch zijn voor de Oekraïne-sympathisanten waar ik zelf toe behoor. En het doorbreken van taboes betekent meestal alleen dat men een vraag luidop stelt die wordt ontweken, niet omdat men het antwoord niet kent, maar omdat men het wél kent.
5. Een rechtvaardige vrede
Is een rechtvaardige vrede mogelijk in Oekraïne? Nee, die is hoogstonwaarschijnlijk. Een rechtvaardige vrede zou voor mij inhouden dat Rusland (1) zich terugtrekt uit de Donbas en de Krim, (2) Oekraïne een reusachtige schadeloosstelling betaalt, (3) aanvaardt dat Oekraïne zich militair en economisch aansluit bij het Westen en (4) de Russische oorlogsmisdadigers uitlevert**. Dat alles is maar mogelijk na een – in de woorden van BDW – ‘klassiek-militaire overwinning’ van Oekraïne, waarbij aan Rusland capitulatievoorwaarden worden gedicteerd zoals aan Duitsland na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Zie volgende alina.
6. Een klassiek-militaire overwinning
Is een klassiek-militaire overwinning van Oekraïne mogelijk. Neen, die is hoogstonwaarschijnlijk. Ik heb zo’n klassiek-militaire overwinning ooit bij wijze van gedachte-experiment voorgesteld als een triomfantelijke intocht van Oekraïense tanks in Moskou. Of als de lezer dat liever had, kon hij denken aan een stilstaande treinwagon waarin Poetin nederig een document ondertekent met de capitulatievoorwaarden. Ik hoopte zo de absurditeit van het wishful thinking te illustreren.
7. Drie scenario’s
Er zijn ook minder absurde scenario’s denkbaar waarin een klassiek-militaire overwinning leidt naar het soort vredesverdrag waarbij Rusland niet álle, maar aan veel van de Oekraïense eisen tegemoet komt.
Een eerste scenario veronderstelt dat een zevental voorwaarden vervuld zijn. De VS blijven militaire inlichtingen doorseinen, Europa verdubbelt zijn steun, de rekrutering van Oekraïense soldaten verbetert, die van Russische soldaten verslechtert, en de trend aan het front slaat om. Kilometer na kilometer wordt het Russische leger teruggedrongen tot helemaal aan de grens. Poetin besluit om geen kernwapens te gebruiken en om van de miserie verlost te zijn tekent Poetin een vredesverdrag. – Een optimist kan geloven dat een of twee van die voorwaarden vervuld worden, maar is er een optimist die gelooft dat aan alle alle zeven voldaan kan worden?
Een tweede scenario rekent op een deus ex machina, op, zoals Brecht dat noemt, een ‘reitende Bote des Königs’. De Oekraïeners houden nog één of twee jaar stand. Het Russische leger blijft terrein winnen, maar aan een heel traag tempo, en met grote verliezen. De oligarchen rond Poetin worden het beu en voeren een putch uit. Poetin wordt ter plekke neergeschoten zoals Beria indertijd. Er komt een cleane machtswissel, en de nieuwe gangsters aan de top zijn niet geïnteresseerd in Oekraïne. Ze plaatsen zakendoen boven chauvinisme, en zijn desnoods bereid de hele Donbas af te staan, als daardoor de economische sancties worden opgeheven. Een variant van dat scenario is dat Poetin binnenkort overlijdt aan natuurlijke oorzaken en wordt opgevolgd door een een stelletje pragmatische schurken. – We kunnen altijd hopen, maar wat de bode van de koning betreft die komt aanrijden, daarover merkt Brecht op: ‘das passiert selten.’
Het derde scenario is er een dat vaak tussen de regels wordt gesuggereerd, zonder dat het rechtstreeks wordt benoemd. De Russische economie bloedt dood, de levensstandaard daalt, de bevolking wordt ontevreden, er breekt een opstand uit, Rusland komt in een chaos terecht, vergelijkbaar met die in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (en met die in Rusland tijdens de Eerste Wereldoorlog). – Dat is geloof ik het scenario dat BDW niet wenselijk achtte.
Geen van de drie scenario’s is erg realistisch, en het eerste nog het minst van allemaal. Alle drie gaan ze uit van nog heel veel bloedvergieten.
8. De wenselijkheid van de Russische nederlaag
Is een klassiek-militaire nederlaag van Rusland wenselijk? Ja en neen.
Ja. Zo’n nederlaag is wenselijk want ze zou de beste garantie zijn dat Oekraïne zich kan ontwikkelen zoals andere Oost-Europese landen dat hebben gedaan. De Russische machthebbers zouden inzien dat agressieve militaire avonturen een doodlopend spoor zijn, wat de veiligheid van het Westen ten goede zou komen.
Neen, Zo’n nederlaag is niet wenselijk als we aan het derde van de geschetste scenario’s denken. Een groot land met nucleaire wapens dat afglijdt naar onbestuurbaarheid, chaos, rivaliserende fracties, etcetera is niet wenselijk. Het zou fijn zijn voor de Russen mocht hun land evolueren in liberaal-democratische zin. Het zou ook fijn zijn voor ons om zo’n liberaal-democratische buur te hebben. Maar het is wenselijk, voor de Russen én voor ons, dat die liberale democratie tot stand komt zonder revolutie, chaos of burgeroorlog. Alleen heeft men in Rusland met graduele evoluties weinig ervaring.
9. Paul De Grauwe en het ‘onzekere scenario’
In een open brief in De Morgen pleit Paul De Grauwe, hierbij gesteund door een aantal andere professoren, voor het inzetten van de Russische Euroclear-miljarden als steun aan Oekraïne. Aangezien ik niet weet hoe financiële markten werken en niets afweet van internationaal recht, zou het mij niet passen als ik de professoren brutaal tegensprak. Ze beweren dat de risico’s voor ons land heel klein zijn, dat ze nog kleiner worden door er niet over te spreken, dat ze nóg kleiner worden als Europa ze mutualiseert, en dat ze helemaal wegvallen als Rusland de oorlog verliest.
Alleen bij dat laatste wil ik een kanttekening maken. De Grauwe en co schrijven:
Niets wijst erop dat Rusland als winnaar uit de oorlog zal komen, zoals militaire experts benadrukken. De Europese positie laten afhangen van een dergelijk onzeker scenario zou erop neerkomen een belangrijk drukmiddel nodeloos af te staan.
Die redenering kan makkelijk worden omgedraaid ‘Niets wijst erop dat Rusland als verliezer uit de oorlog zal komen, zoals alle militaire experts benadrukken …’
10. Gérard Roland en het voluntarisme
Een van de ondertekenaars van bovenvermelde brief is Gérard Roland. Hij wordt geïntroduceerd als ‘professor politieke wetenschappen (UC Berkeley en ULB).’ Maar voor mij is de naam in de eerste plaats een echo uit mijn maoïstische verleden. Gerard Roland speelde een opmerkelijke rol in de ideologische (en fysieke) strijd tussen de Franstalige maoïsten van UcmlB en de Nederlandstalige maoïsten van Amada. Op een hysterische UcmlB-meeting begon hij een tussenkomst met ‘Camarades, je suis membre d’UcmlB et sympathisant d’Amada.’ Hij moest rennen voor zijn leven. Zijn militante vrouw vroeg onmiddellijk de scheiding aan.
Enkele jaren later brak Roland met het maoïsme, begon vlijtig economie, wiskunde, programmeertalen, en Russisch te studeren, specialiseerde zich in de overgang van de sovjet-economie naar een markteconomie, en onderzocht de verschillen tussen een liberaal-democratisch en een autoritair politiek systeem. Elke woensdag plaatst hij een aflevering van zijn memoires op Substack. Twee seconden nadat ze verschenen is, ben ik ze al aan het lezen, of ze nu gaat over zijn kinderjaren in Hongkong, over zijn avonturen als dokwerker, of over zijn zoektocht in de labyrinten van Academia. Ik laat er alles voor vallen.
Op zijn FB-pagina is Roland scherper dan in de open brief die hij mee ondertekend heeft. Ik haal er enkele stellingen uit :
- Als Rusland de oorlog tegen Oekraïne wint, zal het eisen dat zijn bevroren tegoeden worden teruggegeven.
- De vraag is niet: “Gaat Rusland in Oekraïne winnen of verliezen?”
- De Europeanen kunnen geen passieve en neutrale toeschouwers zijn … De welvaart en vrijheden waarvan de Europeanen genieten, staan op het spel. Rusland wil de Europese Unie vernietigen die deze vrijheden en deze welvaart garandeert, omdat zij een bedreiging vormt voor de maffiosi die in het Kremlin aan de macht zijn. De Oekraïners vechten voor ónze vrijheden en ónze democratieën tegen het Russische imperialisme.
- Europa beschikt over de economische middelen en kan de militaire middelen creëren om het Russische leger in Oekraïne te doen bezwijken. Europa kan Oekraïne in staat stellen stand te houden totdat Rusland leeggebloed is.
- Het grootste deel van de Europese leiders heeft dat begrepen***.
- Het is dringend nodig om het Europese publiek voortdurend te informeren over het Russische gevaar.
Ik ben geen Ruslandkenner zoals Roland, maar ik deel zijn inschatting onder punt 3. Verder meen ik te begrijpen wat hij bedoelt met zijn punt 2. De juiste vraag is niet: ‘Zál Rusland de oorlog verliezen?’ De juiste vraag is: ‘Móet Rusland de oorlog verliezen?’ en dan is het antwoord volgens hem een radicaal ‘ja’.
Voor mij zijn de vragen wat kán en zál gebeuren, en wat móet gebeuren, allebei legitiem, en de mogelijke antwoorden beïnvloeden elkaar. De vastberadenheid om een noodzakelijke uitkomst te bereiken – de mentaliteit van ‘De overwinning of de dood!’ – , beïnvloedt wat er reëel mogelijk is. Maar omgekeerd beïnvloeden de reële mogelijkheden, wat er redelijkerwijze moet worden nagestreefd.
Kán Europa, als het voluit, gaat Oekraïne aan een overwinning helpen? Ik denk het wel. Wíl Europa – wil de Europese bevolking – voluit gaan om dat te doen, met de offers en de risico’s die daaraan vasthangen? Ik denk het niet. Kan Europa wíllen om voluit te gaan? Kan men met andere woorden de Europese bevolking zo ver brengen door ze ‘voortdurend te informeren over het Russische gevaar?’ Dat weet ik niet.
Je kunt het verwijt van Roland aan het adres van De Wever samenvatten in één woord: ‘defaitisme’. Door rekening te houden met je eigen nederlaag of die van je bondgenoot, maak je die nederlaag waarschijnlijker. Het is die strategische wijsheid die Hernán Cortés ertoe aanzette om de schepen waarmee hij naar Mexico voer te laten zinken. Hij weigerde rekening te houden met de mogelijkheid van een nederlaag en een terugtocht.
Het zwakke punt in de redenering lijkt mij dat het dilemma ‘overwinning versus nederlaag’ niet op elk militair conflict toepasbaar is. En in het geval van Oekraïne is de kans groot dat de oorlog in Oekraïne eindigt met een compromis waar geen van de twee partijen tevreden mee is.
11. Een ‘fair’ compromis
Een ‘fair’ compromis zou een redelijke weerspiegeling moeten zijn van de krachtsverhoudingen op het terrein. In die zin is het unfair dat Rusland de gebieden zou afstaan die het veroverd heeft, net zoals het unfair zou zijn dat Oekraïne bepaalde gebieden die het nu controleert zou afstaan – tenminste als er geen andere Russische toegeving tegenover staat. Een ‘fair’ bestand zou niet alleen de huidige krachtsverhouding maar ook de waarschijnlijke evolutie ervan moeten weergeven, een beetje zoals de prijs van een aandeel alle beschikbare en relevante informatie bevat aangaande het verleden en de toekomst van het aandeel. In die zin is de Europese vastberadenheid en de beloofde steun steun voor de toekomst relevante informatie die in het compromis weerspiegeld dient te zijn.
12. Framing
Een compromis is per definitie geen overwinning of nederlaag, maar kan als om het even wat worden geframed: als overwinning, nederlaag, verraad, capitulatie, enzovoort. Op dezelfde manier kun je framen dat een glas water halfvol dan wel halfleeg is. Wie wil kan zeggen dat Poetin de oorlog nu al strategisch verloren heeft, omdat de Navo, die hij wilde terugdringen en verzwakken, juist uitgebreid is met Zweden en Finland, en zich versterkt door verhoogde defensie-budgetten.
13. Blufpoker
Voorafgaand aan onderhandelingen is het gebruikelijk dat de twee partijen maximale eisen stellen, en daarbij de idee van compromissen en toegevingen openlijk verwerpen. Poetin houdt zich aan die beproefde tactiek en sommige Europese landen ook. Als Westers regeringsleider is De Wever met zijn terloopse opmerkingen enigszins afgeweken van die lijn. Of zoiets echt de onderhandelingen zal beïnvloeden is twijfelachtig. Aan beide kanten wordt het échte militaire en economische potentieel zorgvuldig bijgehouden. Daarin verschilt diplomatie van poker: de kaarten zijn redelijk zichtbaar, althans voor de inlichtingendiensten.
14. Tom Sauer
Tom Sauer is een pacifist die de Realpolitik bovenhaalt als het hem goed uitkomt. Zijn pleidooi voor een ‘imperfecte vrede’ (De Tijd, 8/12) zit goed in elkaar.
De militaire machtsbalans is altijd al in het nadeel van Kiev geweest. Oekraïne heeft minder manschappen ter beschikking en een bevolking die drie keer kleiner is dan die van Rusland. Het heeft ook minder munitie en een veel kleinere economische basis … Europa is tot weinig meer in staat dan schouderklopjes geven en ons belastingsgeld naar ginder te sturen zonder de noodzakelijke controle in Kiev**** … Onderhandelingsmatig is de logische conclusie dat Oekraïne tot grotere toegevingen bereid zal moeten zijn dan Rusland … Wanneer gaat Brussel een nuchtere realpolitieke bocht maken en constructief meewerken aan het beëindigen van deze oorlog, wat uiteindelijk ook in het belang van Oekraïne is.
De truc die Sauer toepast is om alleen het gewicht van Oekraïne in de balans te in brengen. Zonder de VS en Europa als bondgenoot kan Oekraïne het inderdaad niet lang volhouden. En het impliciete discours van Sauer is nu juist dat Europa een neutrale vredesstichter moet worden in plaats van een bondgenoot. Als Europa de raad van Sauer volgt, wordt zijn prophecy aangaande een zwakke Oekraïense onderhandelingspositie inderdaad self-fulfilling.
Niet alles wat Sauer zegt is waardeloos. Zo schrijft hij: ‘Conflicten worden uiteindelijk aan de onderhandelingstafel beslecht. Daarvoor is diplomatie nodig. Praten. Ook door Europa.’ Dat lijkt mij dan weer correct. De onderhandelingstafel is inderdaad de meest realistische uitkomst voor Oekraïense oorlog. Misschien heeft Sauer zelfs gelijk als hij betreurt dat ‘onze politieke leiders in Berlijn, Londen, Parijs en Brussel sinds het begin van de oorlog nog geen enkele keer samen hebben gezeten met Poetin.’ Misschien hadden ze dat wel moeten doen. Maar onze eerste rol is niet die van onderhandelaar met de Russen, maar die van bondgenoot van de Oekraïeners*****. Daarin volg ik liever professor Roland dan professor Sauer.
* Ik herinner mij een andere uitspraak van Bart De Wever die ik wél ongelukkig vond. ‘Als we de Russische tegoeden confisqueren, slachten we de kip die gouden eieren legt.’ Met die ‘gouden eieren’ verwees hij naar de interesten op de tegoeden die aan Oekraïne werden gegeven als steun. Maar Oekraïne heeft geen behoefte aan beperkte interesten op lange termijn, maar aan massieve steun op korte termijn. De oorlog zal geen tien jaar meer aanslepen.
** Voor een evenwichtige rechtvaardigheid zou Oekraïne ook de rechten van de Russisch-sprekende minderheid moeten garanderen en toestaan dat de inwoners van de Krim en de Donbas zich in een democratisch referendum uitspreken over hun toekomst.
*** Dat de meerderheid van de Europese leiders een correct inzicht heeft in de draagwijdte van het Oekraïense conflict, zoals Roland beweert, durf ik betwijfelen. De Europese solidariteit met Oekraïne berust weliswaar hier en daar op een correct inzicht, maar ook op angst, paniek, valse hoop, illusies, folie des grandeurs, en kuddegeest.
**** De EU zou volgens Sauer moeten controleren wat er met de financiële steun gebeurt. Hij verwijst hiermee naar de corruptie in Oekraïne. Die corruptie valt niet te ontkennen, maar in pro-Russische commentaren krijgt ze buitensporige aandacht. Daar kan men drie zaken tegen inbrengen. Eén: de corruptie in Rusland is nóg groter, maar anders. Twee: in Oekraïne komt de corruptie ten minste aan het licht en wordt ze bestreden. Drie: de corruptie is blijkbaar niet van die aard en omvang dat ze de succesvolle verdediging van het land onmogelijk maakt. Door en door corrupte regimes stuiken doorgaans snel in elkaar tijdens een oorlog.
***** De landen van de EU zijn juridisch gezien niet betrokken bij de oorlog, en kunnen dus tegelijk bondgenoot en diplomatiek bemiddelaar zijn. Dat ze dat tot nu toe niet gedaan hebben komt misschien door hun niet onredelijke angst om door Poetin uit elkaar te worden gespeeld.

Het uitsterven van de laatste generatie Europeanen die de verschrikking van de Tweede wereldoorlog hebben meegemaakt, leidt ertoe dat Europeanen hun vrijheid onvoldoende waarderen en daarvoor nog offers willen brengen. De Russen zijn minder teerhartig, militaire en politieke wreedheid is hun DNA.
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
VerwijderenJe leest dat vaak, over dat DNA, 'paul', maar als mensen denken dat ze dan iets gezégd hebben, deklasseer ik hen.
VerwijderenDat jij nog de moeite neemt om op dat Vosje te antwoorden! Akkoord, bij de VRT denkt men blijkbaar nog dat er uit zijn bekje een verstandig woord kan komen, en tenslotte méént die EU- bediende het wel goed, maar ik nam meer dan tien jaar geleden al de maat van dat rosse knaapje: https://victacausa.blogspot.com/2013/04/een-lichtzinnige-professor-caput-iii.html
BeantwoordenVerwijderen'dat Vosje', 'bekje van die EU-bediende', 'dat rosse knaapje', nou nou nou...
BeantwoordenVerwijderensterke argumenten zijn er om bij tijd en stond te worden uitgespeeld.
Citaat: "Er zijn ook minder absurde scenario’s denkbaar waarin een klassiek-militaire overwinning leidt naar het soort vredesverdrag waarbij Rusland niet álle, maar aan veel van de Oekraïense eisen tegemoet komt."
BeantwoordenVerwijderenHet belangrijkste scenario vind ik niet terug: een wapenstilstand overeenkomst, in de trend van de Koreaanse wapenstilstand.
Deze laatste werd zelfs nooit ondertekend door Zuid-Korea. In principe is een gelijkaardige overeenskomst mogelijk om de gevechten in de Russisch-Oekraïnse oorlog te stoppen, zonder vredesafspraak, zonder gebiedsteruggave of erkenning van afgave, zonder schadevergoedingen.
Het vraagt dat de grootmachten dit overeenkomen, en Oekraïne defacto zich ernaar moet gedragen, zonder dat het formele consessies moet doen.
Maar de toestand van de wereldpolitiek is momenteel in een flux, een transitie naar een nieuwe tripolaire orde. Dat moet eerst nog wat rijpen. Ten tijde van de Koreaanse wapenstilstand kwamen we uit WOII, de nieuwe wereldorde had zich al een kleine 10 jaar geconsolideerd, de tijd was er rijp voor.
Als Rusland zich aanvaard gaat voelen als grootmacht, min of meer op niveau met de US en China, wordt het makkelijker om z'n 'special military operation' te bevriezen zonder verlies.
Een complicerende factor is dat de PRC China eerst nog graag Taiwan wil annexeren, doch misschien bereid zou zijn die eis gewoon vast te houden, te bevriezen, inplaats van er een oorlog over te beginnen.
Akkoord.
Verwijderen"niets afweet van internationaal recht"
BeantwoordenVerwijderenHoef je ook niets van af te weten. Het enige dat je moet weten is dat het niet ge-"enforced" kan worden. Het is dus enkel blabla.