woensdag 3 juli 2024

Het driedeurenprobleem, e.a.


Joe Biden en het driedeurenprobleem

     Als ik maar even de kans zie, leg ik aan iedereen die ik tegenkom het driedeurenprobleem voor. Je doet mee aan een spelprogramma, waarin je voor drie deuren komt te staan. Achter een van die deuren staat een auto die je mag hebben als je de juiste deur raadt. Je gokt bijvoorbeeld op deur A. De spelleider komt nu tussen, opent een van de deuren waar géén auto achter staat, laten we zeggen deur B, en vraagt dan of je je keuze wilt veranderen of behouden. Het gaat een beetje tegen onze intuïtie in, maar je moet je keuze inderdaad veranderen. Je moet voor de andere deur kiezen. Met deur C maak je dubbel zoveel kans als met deur A. Deur B + deur C stonden oorspronkelijk voor 66 % van de kansen, en aangezien deur B weggevallen is, komen die 66 procent nu exclusief aan deur C toe.
 
     Bij de Amerikaanse verkiezingen staan de Democraten ook voor een driedeurenprobleem. Twee deuren zijn al geopend. In een van de deuropeningen staat kandidaat Trump en in de andere kandidaat Joe Biden. De logica is anders dan die van hierboven, maar de conclusie is dezelfde: de Democraten moeten hun keuze veranderen en voor de andere deur kiezen. Daarmee kunnen ze hun kansen op het presidentschap meer dan verdubbelen, zelfs als die klein zou blijven. 

Islamisme

     ‘Het tijdperk van het islamisme is voorbij,’ kopt De Standaard (30/6). Zoiets lees ik graag. Mijn vreugde is echter van korte duur. Het artikel blijkt geschreven door Koert Deboeuf. Dat is, hoe zal ik het zeggen, voor mij geen referentie. En Koert bedoelt dat het tijdperk van IS voorbij is. Ja, dat wist ik eigenlijk ook. Begin de jaren 80 vertelde Lucas Catherine mij dat het tijdperk van het islamitisch fundamentalisme voorbij was. Dát was groot nieuws.

Feminisme
     Een recensie in DSL (29/6) van het boek All Fours heeft als kop Promiscuïteit is een vrouwelijk grondrecht. Een gechargeerde maar aanvaardbare stelling. Maar zou de stelling ook aanvaardbaar zijn als het om mannen ging? Promiscuïteit is een mannelijk grondrecht … ik denk dat zo’n kop alleen denkbaar zou zijn als hij tussen aanhalingstekens stond, als quote van een of andere bekende provocateur die men vanwege zijn talent of populariteit niet kan negeren.

Feminisme (2)
     Een andere recensie (DS 3/7) betreft een documentaire over modeontwerpster Diana von Fürstenberg. Ik citeer recensente Josephien Dapaah: ‘Oldschool feminisme … Tegen die historische achtergrond was een sexy merkidentiteit misschien feministisch, maar door een aantrekkelijke uitstraling te koppelen aan succes schetst de docu een eenzijdig beeld van feminisme.’ En: ‘Mocht de ontwerpster vandaag aan het begin van haar carrière staan, dan was ze allicht een #bosslady die een meritocratische mantra van doorzettingsvermogen predikt.’
     Hier gaat een nieuwe wereld voor mij open, een wereld waarin woorden als ‘oldskool’, ‘sexy’, ‘vrouwelijke baas’, ‘meritocratisch’ en ‘doorzettingsvermogen’ een negatieve bijklank hebben. Ik twijfel nog over de bijklank van ‘aantrekkelijke uitstraling’ en ‘succes’. 

Geheime stemming
     Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik op het Nieuws zag hoe de Fransen moesten stemmen bij de eerste ronde. Er lag op een tafel een rij briefjes met de namen erop van de partijen, en de kiezers moesten daarvan, terwijl iedereen toekeek, twee briefjes uitkiezen. Daarna konden ze naar het stemhokje om één van die briefjes in de bus te deponeren. Wie dus voor het Rassemblement National of La France Insoumise wou stemmen moest zich eerst in het openbaar als potentiële extremist laten kennen, amper gecamoufleerd door een tweede briefje, om daarna zijn extremisme in het geheim te bevestigen. Wat een achterlijke manier van doen!

Werkende asielzoekers
     Sinds 1 juli moeten asielzoekers die werken – in de bouw, de fruitteelt, de horeca, de schoonmaak – een deel van hun loon afstaan voor hun verblijf in een opvangcentrum. Hier laat mijn rechtvaardigheidsgevoel mij in de steek. Asielzoekers die werken moeten betalen, en asielzoekers de niet werken moeten niet betalen: dat is onrechtvaardig. Aan de andere kant: asielzoekers die werken verdienen geld dat ze opsturen naar hun familie in het buitenland of waarmee ze advocaten betalen, terwijl de gemeenschap opdraait voor alle kosten: dat is ook onrechtvaardig. 

Andersglobalisme
     De EU volgt het voorbeeld van de VS om importtarieven op te leggen voor vanuit China geïmporteerde producten. Het verwijt is dan altijd dat de Chinese auto’s, zonnepanelen en kleding enzovoort te goedkoop zijn. Ik vind, in navolging van de Franse econonoom Frédéric Bastiat (1801-1850), dat ze niet goedkoop genoeg kunnen zijn 
 en helemaal gratis, zoals het zonlicht, zou nóg beter zijn. Al het geld dat we minder betalen voor buitenlandse producten kunnen we gebruiken om een binnenlands product te kopen of om in een van onze vaderlandse bedrijven te investeren.
     Nu leer ik uit een stuk van Koen de Leus en Philippe Gijsels van BNP Parisbas Fortis (DS 3/7) dat ik mij over het protectionisme nu ook weer niet te veel zorgen moet maken. De Chinezen verplaatsen gewoon de eindproductie van hun goederen naar andere landen (Hongarije, Vietnam, Thailand …) om de importheffingen te omzeilen. ‘Analisten praten over deglobalisatie,’ schrijven De Leus en Gijsels. ‘Bekeken door een roze bril noemen wij het multi-globalisatie.’
      Zelf had ik het graag ‘andersglobalisme’ genoemd, maar die term is al gekaapt door links. Bovendien is mijn bril ook niet zo rooskleurig. Met protectionisme weet je waar het begint, maar je weet niet waar het ophoudt.

 

 


7 opmerkingen:

  1. ‘De zin is een mengeling van Oudvlaams en Oudkents dialect. Die twee dialecten lagen toen nog dicht bij elkaar.’ - ‘een mengvorm van beide talen gebruikte, om iets te creëren dat begrijpelijk was voor zowel sprekers van het Oudnederlands als sprekers van het Oudengels.’

    Het is iets wat ik mij al lang afvraag: tot welke periode konden Angelen, Saksen en Franken mekaars dialect verstaan? De Saksen woonden in de kuststreken tot diep in Frankrijk, vandaar misschien dat het West-Vlaams meer gemeen heeft met het Engels en met Scandinavische talen. Daarnaast was het Laag Duits de handelstaal van de middeleeuwse Hanzesteden, voor iedereen verstaanbaar. Mijn redenering is dat al deze moderne talen afstammen van het oer-Germaans dat aan het begin van de tijdrekening algemeen gangbaar was in Germanië. En dat de Germaanse dialecten vooral na de Volksverhuizingen steeds meer uit elkaar groeiden. Maar tot wanneer kon men mekaar verstaan?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Als ik mij de cursus van historische grammatica goed herinner moeten talengroepen als het Oudsaksisch en Oudhoogduits rond het jaar 1000 al onderling min of meer onverstaanbaar geweest zijn. Dat geldt dus ook voor het Oudnederlands waar we geen teksten van hebben en dat we moeten reconstrueren. Het Engels is na Hastings nog eens sterk van woordenschat veranderd onder Frans-Normandische invloed.

      Verwijderen
  2. De 3-deuren: a priori 33% kans; a posteriori 50% kans. Er is geen ratio om te wijzigen of om te blijven bij de keuze.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De Monty Hall paradox is afdoende besproken en Philippe legt het kort en goed uit. In het geval van een geïnformeerde gastheer (m/v) moet je kiezen voor de andere deur. Toentertijd struikelden de wiskundigen over elkaar om de ander van idiotie te beschuldigen, maar intussen volgt iedereen de logica die destijds Vos Savant publiceerde. Vanwege een wiskundige -- Dieter

      Verwijderen
  3. De deelnemer weet dat hij altijd 50% kans heeft, aangezien hij weet dat de quizmaster het aantal mogelijkheden zal verkleinen (altijd1 foute deur openen bij 3 deuren).

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik was ook verheugd en skeptisch tegelijk toen ik over het einde van het islamisme las.
    Recent merk ik bij mezelf een zeer cynische reflex om licht opgebeurd te zijn als ik lees dat gelovigen elkaar vertrappelen tijdens bedevaarten.
    Als ik ooit beroemd ben, zal ik dat antwoorden op de vraag "wat is jouw guilty pleasure". Ik kan daar lustig overmoedig in zijn, want de premisse raakt toch nooit vervuld.
    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen