woensdag 17 juli 2024

Censuur, en andere kortjes

Censuur
     Rechts en links zijn allebei tegen censuur, maar ze definiëren het begrip anders. Rechts spreekt van censuur als de sociale en andere media gezuiverd worden van schadelijke opvattingen – islamofobie enzo – en links spreekt van censuur waar subsidies voor bepaalde persorganen of culturele manifestaties worden teruggeschroefd, of waar politici kritiek geven op journalisten – wat dan ‘intimidatie’ genoemd wordt.
      Ik volg de definitie van rechts. Bruno Struys verwoordde in De Morgen kernachtig de visie van links:  

  1. ‘Sommige radicaal-rechtse politici zetten kritische journalisten systematisch weg als een ‘als journalist vermomde activist’. Daarmee verraden deze politici wat ze eigenlijk het liefst zouden zien. Ze willen dat journalisten kleur bekennen, maar dan natuurlijk wel hun kleur.
  2. ‘Het is een plicht om de persvrijheid te garanderen, maar evenmin kan je toestaan dat extremisten onder het mom van journalistiek onze vrede, vrijheid en samenleven schaden.’     
     Ik ben het helemaal niet eens met Struys. Wat precies de ‘vrede, vrijheid en samenleven’ schaadt, is in een liberale maatschappij een blijvend onderwerp van debat. En je kunt best journalistieke activisten hekelen, zonder ook maar in het minst de wens te koesteren dat ze ooit je eigen kleur zouden overnemen.

Censuur (2)
     Een andere linkse verantwoording van censuur vond ik bij Renee DiResta**, die uitgebreid geïnterviewd werd in De Standaard (13/7). Ze pleit voor ingrijpende moderatie op de sociale media, waar Google en Facebook aan meewerken, maar waar Twitter een ‘onzekere factor’ is. Alleen mag die moderatie geen ‘censuur’ genoemd worden, want dan ben je het begrip aan het ‘oprekken’. Het censuur noemen ‘is een manier om je (conservatieve) achterban op te hitsen …’ Maar de censuur blijft, net als de roos van Juliet, dezelfde geur behouden als ze een andere naam krijgt.
      Natuurlijk, desinformatie, haatspraak en complottheorieën zijn een probleem. Niet alles wat Di Resta daarover zegt is onzin. Alleen is een censurerende moderatie niet de juiste aanpak, noch voor wat de principes, noch voor wat de efficiëntie betreft. Die Resta beseft dat ook wel een beetje. Daarom stelt ze voor dat elk politiek kamp zijn eigen straatje schoon probeert te houden. ‘Mensen aan de rechterzijde zouden de extreemrechtse nichemedia moeten aanpakken en zeggen: ‘Komaan, die complottheorie is onwaar, dit is belachelijk, we moeten beter doen dan dit.’ Behalve dat Di Resta hier het probleem uitsluitend ter rechterzijde plaatst, vind ik dat een waardevolle suggestie. 

Marc Reynebeau 
   
 We krijgen in de toekomst een andere Marc Reynebeau. In De Standaard van 17 juli schrijft hij: ‘Veel te snel duiken hyperbolen en superlatieven op … De gezwollen grootspraak verkiest de brutaliteit van de voorhamer boven de accuratesse van het scalpel; de superlatief boven de nuance, de schreeuw boven het argument … Ze wil het publiek met emotionele suggestiviteit overdonderen.’
     Dat beoogde afscheid van de superlatief en de emotionele suggestiviteit kan ik alleen bewonderen. Als Reynebeau dat goede voornemen kan waarmaken, zal ik hem nooit meer uitlachen. Dat is mijn goed voornemen.

Handelsbalans 
   
 In De Standaard van 15/7 schreef Stijn Decock iets over het Belgische tekort op de ‘lopende rekening’. Dat begrip is bij de ‘economische leek’ niet zo bekend. Daar heeft hij helemaal gelijk in, wat die economische leek betreft, want ik ben er zo een. Gelukkig legt Decock het een beetje uit: ‘De lopende rekening bestaat hoofdzakelijk uit de handelsbalans.’
     Met die handelsbalans heb ik het altijd moeilijk. Af en toe lees ik bij een liberale econoom, Adam Smith bijvoorbeeld, dat de handelsbalans er eigenlijk niet toe doet. Meer uitvoeren dan invoeren, meer invoeren dan uitvoeren, het maakt geen verschil voor de gezondheid van de economie. Maar Decock schrijft: ‘Een tekort betekent dat we ... bij het buitenland moeten lenen om onze levensstijl te financieren.’
     Hoe kan een werkwijze van lenen, en blijven lenen, zonder afbetalen, nu gezond zijn?
      

Defensie-industrie
      ‘Het idee dat we een gruwelijke oorlog moeten voeren,’ zegt J.D. Vance, ‘omdat het goed is voor onze economie, is gewoon grotesk.’ Dominique Minten (DS 17/7) noemt dat een ‘nobele’ gedachte, en hij verwijt Vance dat hij ze niet consequent toepast als het over militaire steun aan Israël gaat. Maar dat heeft er niets mee te maken. De gedachte is niet ‘nobel’ en ze staat steun voor Israël niet in de weg. Het gaat hierom: uitgaven voor bewapening doe je om geostrategische redenen, niet om de economie erbovenop te helpen.
     Daar staat tegenover die recente uitspraak van Theo Francken: ‘Je moet daar niet flauw over doen. Defensie-uitgaven betekenen ook extra banen. We ­mogen ons de kaas niet van het brood laten eten.’ In theorie heeft Francken hier ongelijk. Wat hij verkondigt is protectionisme. Als we 2 procent van ons budget willen uitgeven aan defensie, dan moeten we vooral zorgen dat we de beste prijs/kwaliteit krijgen. Als we daarom Duitse tanks moeten invoeren, is dat geen drama. Dan kunnen we ons toeleggen op het ontwikkelen en vervaardigen van chemische producten; die kunne we dan op onze beurt uitvoeren naar Duitsland.
     Maar dat is theorie. In de praktijk gaat het over overheidsuitgaven, beslist door een lieden die ze zelf niet moeten betalen, waarvan zowel de prijsberekening als de kwaliteit ondoorzichtig zijn. Dan begrijp ik dat een land zich ‘de kaas van het brood niet wil laten eten.’ Maar zo wordt de lijst van uitzonderingen op de gezonde vrijhandel altijd maar langer: landbouw, elektrische auto’s, spitstechnologie, tanks … 

De wetenschap en de biovoeding
     Er wordt te vaak geschermd met de uitdrukking ‘wetenschappelijk aangetoond’. Men vergeet dan te vermelden dat het in werkelijkheid om wetenschappelijke controverses gaat. Maar als een studie tot resultaten komt die niet ‘politiek correct’ zijn, dan kent met het begrip ‘controversieel’ plots weer wel.
      Neem de recente studie van professor Nik van Laerebeke die vastgesteld had dat jongeren die meer biovoeding eten, meer gifstoffen in hun bloed hebben.’ Ai, de biovoeding … Het verwonderde mij niet dat er direct andere experten een opinie plaatsten die ‘brandhout’ maakte van Van Laerebeke zijn methodologie, noch dat de inhoud van die opinie ten overvloede als bericht in dezelfde krant werd samengevat. (DS 17/7)
     Ik schrijf dat niet om de drie experten of om De Standaard te bekritiseren, behalve misschien hier en daar de toon en de woordkeus. Eigenlijk zou men aan elke berichtgeving over wetenschappelijk onderzoek een beschrijving en evaluatie van de methodologie moeten toevoegen en een geleerde aan het woord laten die het niet met het onderzoek eens is. Men doet het soms, maar veel te weinig als het onderzoek toevallig politiek correcte resultaten heeft opgeleverd. Dan komt volksopvoeding boven berichtgeving te staan.

Economisch programma van Trump
     Zelfs als de beelden die wij op televisie te zien krijgen zorgvuldig geselecteerd zijn, weet ik nog met zekerheid dat Trump een grofbesnaarde, onverdraagzame en leugenachtige man is. Dat is voor mij genoegd. Stijl zegt niet alles, maar beeldfragmenten van Churchill, De Gaulle en Hitler dragen toch bij tot de mening die ik over die figuren heb. De gemoedelijke Stalin is hier een uitzondering.
      Mocht ik echter in de VS wonen, dan zou ik mij ook moeten gaan verdiepen in het beleid dat iemand als Trump voorstaat. Ik zou moeten lezen wat insiders schrijven over het te verwachten Oekraïne-beleid van Trump in plaats van af te gaan op enkele quotes. En ik zou het te verwachten economisch beleid van Trump moeten vergelijken met dat van Biden. Zij zijn voor het buitenland allebei min of meer aanhangers van het protectionistisme – wat jammer is – en voor het binnenland allebei min of meer aanhangers van de vrije markt – wat fijn is. Trump lijkt mij verder te gaan in zijn protectionisme én in zijn vrije-marktbeleid. Dan zou ik dus moeten inschatten wat het zwaarste doorweegt.
     Gelukkig leef ik in Vlaanderen waar ik wel weet voor wie ik moet stemmen.

 

* Zie ook mijn stukje over de rechtstaat hier.
*Di Resta verloor de subsidies voor haar onderzoek naar desinformatie op de sociale media. Dergelijk verlies van subsidies wordt  in de linkse visie meestal als ‘censuur’ beschouwd. Die Resta moest ook voor de commissie Justitie van het Amerikaanse Congres verschijnen, wat mij weliswaar geen censuur, maar toch intimidatie lijkt vanwege de Republikeinse rechterzijde.

5 opmerkingen:

  1. Voor fascisme bestaan veel definities, maar geen éénduidige, wel een aantal kenmerken, die in de praktijk nogal vaak overeenkomen met links-extremisme (communisme), hoewel de onderliggende theoriën anders zijn. Het 'parlement' als instituut hoeft niet afgeschaft te worden, maar z'n politieke macht moet onder controle gebracht worden.

    Ik zie het vanuit een andere optiek, namelijk afschaffen van de vrije democratie met al z'n daaraan verbonden aspecten en instituten. Vanuit die optiek zijn alle autoritaire, fascistische, communistische, illiberale of extremistische politieke opvattingen makkelijker te identificeren. Dat is een veel nuttiger en bruikbare benadering. Doch ook deze benadering kan misbruikt worden: bijvb is het terugsturen van buitenlandse misdadigers naar land van herkomst na uitzitten van hun straf fout of niet. Iemand met buitenlandse nationaliteit in dat geval terugsturen lijkt mij volledig aanvaardbaar, als dat volgens een democratisch aangenomen wet getoetst op grondwet en bescherming van het individu, rechtspraak, etc gedaan wordt. Dat wordt trouwens gedaan in bijvb Denemarken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het probleem is dat het 'afschaffen' van de 'vrije democratie met al zijn daaraan verbonden aspecten en instituten' nogal vaag is. Dan zou het lijken dat elke verandering aan elk instituut of elk aspect (elke inbreuk op de status-quo) een stap naar het fascisme is. Maar het afschaffen van de senaat bijvoorbeeld, die ooit een belangrijke rol speelde in de checks & balances, doet volgens mij geen afbreuk aan de democratie noch aan de vrijheid. Belangrijker lijkt mij nog om de verhouding tussen de drie machten te herbekijken, in het licht van de nieuwe en ruimere interpretaties van de rechterlijke macht en mensenrechten.

      Verwijderen
    2. Juist formuleren is van belang om een mening goed over te brengen.
      Zo zondigt Bruno Struys als hij schrijft: ‘Het is een plicht om de persvrijheid te garanderen, maar evenmin kan je toestaan dat extremisten onder het mom van journalistiek onze vrede, vrijheid en samenleven schaden.’
      'Evenmin' wordt gebruikt in een zin die volgt op een zin met een ontkenning.

      Verwijderen
    3. Citaat: "Dan zou het lijken dat elke verandering aan elk instituut of elk aspect (elke inbreuk op de status-quo) een stap naar het fascisme is."

      Dat is een interpretatie, en die is te verregaand. Een verandering van de democratrische concepten en instituten is niet noodzakelijk slecht, het kan de democratie versterken (of verzwakken). Een verzwakking is nog geen fascisme, of autoritarisme.
      Het beste bewijs is dat de vrije democratie op veel verschillende manieren kan geīmplementeerd worden, en die voldoen allemaal aan het concept 'vrije democratie'.
      De vrije democratie definiëren kan hier niet vlug eventjes, daar bestaan talloze diepgaande werken over, allemaal toegankelijk (in de vrije wereld tenminste).

      Mijn punt was: het heeft niet veel praktisch nut eindeloos proberen definities van fascisme te ontwerpen - academisch is dat weliswaar interessant, maar zelfs daar is er geen algemeen aanvaardde definitie.

      Als je kijkt naar de formele politieke programma's van de politieke partijen in Vlaanderen, dan is er op het moment maar één die de afschaffing van de vrije democratie zoals wij die in het Westen kennen in het programma heeft. U raadt het wel dat zijn de communisten. VB heeft een zeer uitgesproken visie op migratie, maar dat is niet anti-democratisch. VB zegt ook - als ik me niet vergis - dat mensen met buitenlandse roots maar Belgische nationaliteit als Belgen moeten behandeld worden. Mensen met niet-Belgische nationaliteit kunnen onder een ander regime vallen, maar dat is bijna overal zo. Je kan daar vóór of tegen zijn, maar dat is niet anti-democratisch an sich.

      Verwijderen
    4. "Niet nuttig eindeloos definities van het fascisme te ontwerpen' ... Helemaal akkoord. Mijn rijtje kenmerken waren een ruwe aanzet om aan te geven wat gemeenschappelijk was aan de dictaturen van de 20ste eeuw, waar het fascisme, het nazisme en het communisme bijhoren - waarbij die twee laatste de ergste zijn.

      Verwijderen