vrijdag 25 april 2025

De Brusselse Financietoren

     Maud Vanwalleghem maakt een niet onaannemelijke vergelijking tussen de regering-Verhofstadt en de regering-De Wever (DS 22/4). Verhofstadt verkocht de Financietoren, en de De Wever verkoopt de aandelen van de staat in BBNP Parisbas. In beide gevallen wordt dat geld gebruikt om de begroting in evenwicht te brengen met eenmalige maatregelen.
    Specialisten beweren dat de Financietoren voor een veel te klein bedrag werd verkocht. Dat kan best zijn. Maar ik heb niets tegen het principe. Ik vind niet dat de overheid per se in vastgoed en aandelen moet investeren, zoals ik ook niet vind dat ze per se vastgoed en aandelen moet verkopen. Als er dringend nieuwe uitgaven nodig zijn, dan moet er ergens anders minder worden uitgegeven, of moeten er meer belastingen worden geheven, twee pijnlijke maatregelen die schokgolven door de samenleving kunnen sturen. Ik heb begrip voor een regering die de schok wat wil verzachten.
     Misschien ligt het grootste verschil tussen de Verhofstad en De Wever wel in de besteding van het ontvangen geld. De Wever wil ermee de Defensie-uitgaven optrekken, en Verhofstadt wou meer uitgaven in de Sociale Zekerheid om de Vlaamse en Waalse socialisten in zijn coalitie te betrekken.
     Er is nog een ander verschil. De regering-De Wever incarneert een typisch Belgisch compromis. De socialisten moeten besparingen in de Sociale Zekerheid slikken, en N-VA en MR moeten nieuwe belastingen aanvaarden op de middenklassen. Daardoor is iedereen ontevreden. Verhofstadt had echter het idee opgevat om iedereen tevreden te stellen. Meer geld naar de Sociale Zekerheid en meer geld naar fiscale cadeau
s. Daardoor was iedereen tevreden.
     Dat kon echter alleen werken als de budgettaire orthodoxie werd verlaten - die tot dan toe een geloofspunt was geweest van de neoliberale Verhofstadt. Het was Jean-Luc Dehaene, met zijn linkse sociaal-economische achtergrond, die achteraf de putten mocht vullen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten