donderdag 3 april 2025

Importheffingen en andere Trumpiana


Economen
      Vanuit economisch oogpunt zijn importheffingen altijd fout, ook als ze een ‘wederkerig’ antwoord zijn op importheffingen van het andere land. Ik lees dat 83 procent van de Amerikaanse economen verwachten dat hogere invoerheffingen zullen leiden tot lagere economische groei. Hebben die andere 17 procent dan geslapen tijdens de les over het comparatieve voordeel? 

Onrecht
     Donald Trump beschouwt een handelsdeficiet als een soort ‘onrecht’. Hoe durven landen meer naar ons exporteren dan dat ze importeren? Maar dat heeft niets met ‘onrecht’ te maken. Zoals Bart van Craeynest van Voka schrijft (DS 3/4): ‘Een handelstekort impliceert dat een land meer consumeert dan het produceert.’ – En als dat land zijn productie jaarlijks flink ziet stijgen is dat niet eens een onmiddellijk nadeel.

Strategie van Trump
     Wat is de strategie achter de importheffingen van Trump? Van Craeynest gelooft dat er géén strategie achterzit, behalve een compleet gemis aan economisch inzicht. Dat is best mogelijk. Trumps adviseurs kunnen eventueel een economische uitleg verzinnen – herindustrialisatie, creatie van werkgelegenheid, devaluatie van de dollar – maar die uitleg houdt bij nader onderzoek geen stand. Neem de creatie van werkgelegenheid. Er is in de VS nu al bijna een tekort aan arbeidskrachten, en met de migratie-stop en deportaties zal dat nog erger worden.
      De beste verklaring lijkt mij dat sluwe adviseurs in de buurt van Trump diens economisch analfabetisme misbruiken om in de post-globale wereld van machtsblokken geostrategische doelstellingen na te streven: economische autonomie, controle over grondstoffen en handelsroutes, en sabotage van andere economische machtsblokken (sabotage die dan zwaarder zou moeten wegen dan de sabotage van de eigen economie).
     In die zin is het protectionisme van Trump zowel een oorzaak als een gevolg van de deglobalisering.

Interne vrijhandel
     Hoe moeten we reageren op het protectionisme van Trump? Door tegenmaatregelen te nemen en importheffingen in te voeren voor Amerikaanse producten? Volgens de filosofie: als hij in zijn voet schiet, mogen wij ook in onze voet schieten. Van Craeynest heeft een veel beter voorstel: de interne Europese markt vrijer maken. De Amerikanen zijn nu misschien protectionistisch tegenover de rest van de wereld: hun interne markt is veel vrijer dan de onze. Van Craeynest:

De beste manier om te reageren, is de handelsbarrières wegnemen die nog altijd bestaan op de interne Europese markt. Die zijn een veelvoud van de invoerheffingen waarmee Trump dreigt en ze zijn bovendien van toepassing op grotere volumes. Volgens analyses van het IMF zijn er binnen de Europese markt voor de industrie handelskosten die overeenkomen met een invoerheffing van 44 procent … In de Europese dienstensector lopen die handelskosten zelfs op tot 110 procent … Volgens het rapport Draghi loopt Europa door interne handelsbelemmeringen 10 procent aan economische activiteit mis. 

     Dat is nog eens een idee: het oude continent dat haar eigen zaakjes op orde krijgt. De toestemming voor nieuwe medicijnen centraliseren, de regels rond tonnage van vrachtwagens harmonizeren, de spoorbreedte van de treinen uniformeren, de kapitaalmarkt integreren. Daarna kunnen we daarna nog altijd op Trump kankeren.

Globalisering
     De globalisering van de economie zorgde voor een gouden tijdperk. Dat schrijft ook Lieven Sioen in zijn commentaar (DS 4/3). De handel tilde meer dan een miljard mensen uit de armoede – en dat is veeleer een onderschatting. Maar we zouden ‘haast vergeten,’ schrijft Sioen,

dat globalisering niet louter voorspoed heeft gebracht. Globalisering betekende ook dat ontwikkelde economieën hun klimaatimpact uitbesteedden aan de nieuwe economieën, dat fabrieken de weg zochten naar de laagste loonlanden … Daalde tussen landen de ongelijkheid, dan nam die binnen de meeste landen toe. In 2024 bezat de rijkste 1 % van de VS 31 procent van de nationale rijkdom, in 1980 was dat 23 %. Hooggeschoolden wonnen, laaggeschoolden verloren.

       Het ligt in de lijn van De Standaard dat Sioen bij de keerzijden van de globalisatie niets zegt over de massa-immigratie. Wat hij wél vermeldt weegt eigenlijk niet zo zwaar. Dat de klimaatimpact verschoven werd, is op zich geen nadeel. Die verschuiving op zich verergert of verzacht de klimaatverandering niet. Dat fabrieken hun weg zochten naar de laagste loonlanden is een goede zaak, want het is de beste manier om daar de lonen te laten stijgen. Dat de hooggeschoolden wonnen en laageschoolden verloren klopt niet. De laaggeschoolden wonnen (veel) minder. Bovendien heeft dat minder met de globalisering an sich te maken dan andere zaken zoals de omschakeling naar kenniseconomie.      Dat verder de ongelijkheid tussen de landen daalde, maar in een aantal landen toenam, is waar, maar de verwoording vertroebelt het beeld. Als je de wereldbevolking als één geheel neemt, is de ongelijkheid gedaald – ook al is ze in sommige landen gestegen. Dat ten slotte de ongelijkheid in bezit in de VS is toegenomen is ook waar, maar bezit – voor de superrijken zijn dat aandelen etc. – is de slechtste graadmeter voor ongelijkheid. Ik kan 100.000 euro op mijn rekening hebben, en mijn buurman 1 euro. Dan is mijn bezit 100.000 keer groter. Maar als we hetzelfde verdienen, zal onze levenstijl niet erg verschillen.
     Sioen pleit verder vooral voor het behoud van de ‘internationale architectuur die die de excessen van de globalisering corrigeren.’ Ik herinner mij de discussies rond het vrijhandelsakkoord CETA. Ik schreef toen een paar stukjes om dat akkoord te verdedigen maar libertarische vrienden die rechter in de leer waren, wezen mij erop dat dat akkoord duizenden bladzijden met clausules bevatte: regels rond veiligheid, klimaat, juridische procedures, minimumbelasting, sociale bescherming. Ik begrijp dat er, zoals Sieon schrijft, spelregels moeten worden afgesproken. Iedereen is tegen ‘regeltjes’ tot het erop aan komt. Die regels rond ‘sociale bescherming’ vind ik in elk geval al hypocriet.

Trump en de gewone Amerikaan
 
     Ik ben zo gewoon om alarmerende berichten en opinies over Trump te horen en te lezen, dat ik mij een hoedje schrik als ik iets positiefs hoor. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen enige tijd geleden Amerika-correspondent Michiel Vos in De Afspraak vertelde over de reactie van de ‘gewone’ Amerikaan** – niet over die van de opiniestukkenschrijvers in de Amerikaanse media. De rechtse Amerikanen zijn enthousiast, de linkse Amerikanen zijn gelaten, en de centrum Amerikanen vinden dat niet álles van wat Trump zegt en doet onzin is.
      Dat was verfrissend om eens te horen, en dan nog uit de mond van Vos die de schoonzoon is van de linkse Democrate Nancy Pelosi. Anderzijds zou een goed geïntegreerde Ruslandcorrespondent ongeveer hetzelfde kunnen vertellen over wat de ‘gewone’ Russen vinden van Poetin. Velen zijn enthousiast, anderen gelaten, en nog anderen vinden niet álles van wat hij zegt onzin is. 

Trumps toespraak voor het congres
     Steven De Foer was niet de enige die Trumps toespraak voor het Congres begin maart vergeleek met een campagnerally. Ikzelf riep ook naar de televisie: ‘Trump, kerel, de verkiezingen zijn gedaan.’ Mijn vrouw schrok.

Trump en de libertariërs
    Ondertussen zal ik aandachtig blijven luisteren naar de alarmisten. Ze zeggen dat Trump eerlijke verkiezingen in de toekomst onmogelijke zal maken. Dat geloof ik niet. Ze zeggen dat Trump een psychopathische narcist is. Dát is wel mogelijk. Veel monarchieën en republieken hebben psychopathische narcist overleefd. Ze zeggen dat Trump de topfuncties in de ambtenarij bemant met onbekwame loyalisten en extremisten. Ook dat is mogelijk. Dan zal een volgende ‘normale’ president ze weer moeten afzetten. Ze zeggen dat Trump de EU wil vernietigen. Alweer: dat is mogelijk. Wij van onze kant moeten dat niet laten gebeuren. Ze zeggen dat Trump zich omringt met ‘extreme libertarïers’. Ook dat is … nee, eigenlijk niet. Bijna had ik geschreven: was het maar waar.
      Nu, misschien zijn er in Trumps entourage mensen die extreem zijn, en misschien leggen ze hier en daar wel een libertarisch accent, maar daarom zijn het nog geen ‘extreme libertariërs’. Dat is alsof ik onze PS ‘extreme communisten’ zou noemen. Ik zou die kwalificatie vandaag zelfs niet meer gebruiken voor de PVDA. (Als men het net breed uitgooit zou Peter Thiel misschien tot de ‘extreme libertariërs’ gerekend kunnen worden.) Maar in een Doorbraak-interview plaatst politicoloog Patrick Deneen  J.D. Vance resoluut in het kamp van de anti-libertariërs***. 

 

* Over de sociale bescherming als hypocriete drogreden, zie mijn stukje hier
** Michiel Vos in De Afspraak: zie hier.

*** Voor het Doorbraak-interview met Deneen over Vance: zie hier.

1 opmerking:

  1. Ik herinner mij begin jaren tachtig hoe zowel vakbondlinks als ideologisch links het feit aanklaagden dat het slinkse patronaat zijn fabrieken versjammelde naar de lageloonlanden. Gek dat links zich nu aansluit bij de fatalistische neoliberale doctrine dat de afbouw van de zware industrie in de eerste wereld en de verscheping ervan naar de de derde wereld een onstuitbaar feit is. Ook het klimaatverhaaltje, door links en allerlei liberals opportunistisch aangehangen dient natuurlijk dit paradigma. Ondertussen zijn landen als Engeland waar de laatste staalfabriek gesloten is verworden tot diensteneconomietjes.
    Waarom zouden tarieven niet wederkerig mogen zijn. En al je staal en aluminium uit China bertrekken en daarna oorlog moeten voeren tegen China? Niet erg verstandig lijkt me. Ok, tarieven heffen is niet erg sympatiek, maar het leven leert dat als je bevallig tegenover de wereld wil zijn, je beter maar niet in de commercie gaat. Ik ben in elk geval nieuwsgierig naar de uitkomst van het Trump-experiment.

    BeantwoordenVerwijderen