zaterdag 5 april 2025

De Amerikaanse gezondheidszorg


De Amerikaanse gezondheidszorg
      Als pro-Amerikaans neoliberaaltje wordt mij vaak de Amerikaanse gezondheidszorg voor de voeten gegooid. Die is duur, je moet een privé-verzekering afsluiten – want anders betaal je alles zelf –, en het is een geneeskunde ‘met twee versnellingen’: een hoge kwaliteit voor de rijken en een lage kwaliteit voor de armen. En als gevolg daarvan leven de Amerikanen enkele jaren minder lang dan de West-Europeanen.
      Ik weet niet wat ik daarop moet antwoorden. Ik lees een recensie in de krant over de televisieserie Dying for Sex (DS 4/4). Het gaat over een jonge vrouw een terminale diagnose krijgt en daarop besluit zich niet meer tevreden te stellen met ‘monogamie en de missionarishouding’. De recensente looft de manier waarop de seks ‘opwindend en ongedwongen’ in beeld wordt gebracht, maar heeft kritiek dat ‘de serie grotendeels voorbijgaat aan de financiële en administratieve hel waar langdurig zieken in de VS in belanden.’ 
   
 Eergisteren las ik de column van freelance journaliste Ester Meerman die in Amerika verblijft en lelijk met haar fiets ten val was gekomen. Ze had haar rechterhand was gebroken en het topje van haar linkerwijsvinger moest worden geamputeerd. Gelukkig was ze verzekerd, voor 500 euro per maand, en kon ze met gerust gemoed de facturen tegemoet zien: 4.000 dollar voor een ambulance, 800 euro voor een infuus, 3000 euro voor een dokter die aan het bed verschijnt … alles samen bijna 10.000 euro.
     Een detail riep herinneringen op. Men vertrouwde in het ziekenhuis waar ze was opgenomen haar buitenlandse verzekeringspas niet. 

‘Binnen een half uur nadat ik in de eerste hulp op een bed was gelegd stond er al iemand met een pinautomaat naast m’n bed. Of ik al kermend alvast even 1.600 dollar wilde afrekenen.’

     Dat hebben mijn vrouw en ik ook meegemaakt, meer dan twintig jaar geleden. We waren op vakantie in Ocean City. Mijn vrouw was met mijn zoon in de golven aan het springen, en ze brak daarbij twee tenen, wat erg veel pijn deed. In het hotel raadde men af naar het algemene ziekenhuis te gaan, want daar zouden we heel lang moeten wachten. Er was in de buurt een klein privékliniekje waar alles sneller zou gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Maar toen wij bij het privékliniekje aankwamen, moesten we eerst betalen voor men tot diagnose en verzorging zou overgaan. Er waren nog geen pinautomaten waarmee men tussen de bedden kon rondwandelen, en we werden verwezen naar een AT&T-automaat op enkele kilometer daarvandaan waar we geld konden ophalen. Dat geld is achteraf overigens netjes teruggestort geweest door onze Belgische ziekteverzekering
.
     Het was, zoals men ons beloofd had, een sympathiek kliniekje. Er was een soort draagbaar röntgentoestel, zoals ik er nog nooit een gezien had. Men was er, luidens de affiches in de wachtkamer, gespecialiseerd in behandeling van zwaarlijvigheid. Dat was te verwonderlijker aangezien de arts die mijn vrouw behandelde de zwaarlijvigste jonge vrouw was die ik in mijn leven had gezien. Maar verder was ze vriendelijk, professioneel, en ze had een bijzonder knap gezicht.     Ester Meerman klaagt dat haar verzekeringspremie zo hoog is: ‘500 euro per maand, een belachelijk bedrag naar Europese maatstaven.’ Daar ben ik niet zo zeker van. De jaarlijks begroting van de Belgische ziekteverzekering bedraagt 36 miljard. Dat is toch ook bijna 300 euro maandelijks per inwoner. Als je van de inwoners alleen degenen neemt die op een of andere manier bijdragen, dan moet je ook ongeveer op 500 euro per maand uitkomen.
     Iets anders verontrust mij meer. De slechte en bureaucratische dienstverlening.

Zodra je in Amerika ‘planbare zorg’ nodig hebt, kom je in een catch 22 terecht. Je moet namelijk voor iedere scheet een akkoord hebben van een Amerikaanse verzekeringsmaatschappij … Die geven pas een garantie voor betaling als je een afspraak hebt voor een behandeling. Maar de meeste ziekenhuizen weigeren een afspraak voor je in te plannen zonder betalingsgarantie van je verzekering. En dus moet je een hele reeks klinieken afbellen … 

    Dat is het soort kafkaëske toestanden die je van een staatsadministratie verwacht. Van een privé-bedrijf verwacht je dat ze goede dienstverlening hebben om zo klanten af te snoepen van de concurrentie. Dat zou logisch zijn, het is ook vaak zo, maar blijkbaar niet altijd. Wij moeten maar denken aan onze eigen banken met hun vaak bedroevend niveau van dienstverlening. Dat schijnt te liggen aan de klanten die te weinig van bank veranderen waardoor die denken dat ze zich alles kunnen permitteren. Zou het ook zo iets zijn met die Amerikaanse ziekteverzekeringen?
      Meerman besluit haar stuk als volgt:

De meeste Amerikanen weten dat hun gezondheidszorg tot op het bot ziek is … Maar zodra je over het alternatief begint, een sociaal zorgsysteem, krijgen ze rode vlekjes in hun nek en beginnen ze te sputteren over socialisme en het einde van de markt. Dat iedereen maar zijn eigen kostje moet betalen en niet op gemeenschapsgeld moet leunen. De liefde voor het kapitalisme en een rotsvast geloof in de veerkracht van het individu is sterker dan het vooruitzicht van een ziekenhuisrekening van nul euro.

     Je moet over zaken als gezondheidszorg kunnen discussiëren met cijfers, argumenten, en afwegingen van pro en contra. Maar die instinctieve reactie van de Amerikanen – die aan alle rationele discussie voorafgaat – die bevalt mij wel, alsook het inzicht dat ziekenhuisrekeingen van nul euro niet bestaat. There ain’t no such thing as a free lunch.


4 opmerkingen:

  1. Je gaat er meestal
    nogal prat op de Amerikaanse politiek niet te volgen, weinig over de VS te weten. Maar als het erop komt Trump het voordeel van de twijfel te geven en zijn ernstige tegenstanders als historicus Timothy Snyder in een slecht daglicht te stellen, houd je je niet in.
    Die premie van 500 euro van Esther Meerman werd betaald aan een maatschappij in haar Europees thuisland die haar volledig terugbetaalde.
    800 dollar per maand is een reëel bedrag voor ziekteverzekering met een nog zeer hoog eigen risico voor een gezin van vier. Uit eerste hand vernomen van een ervaringsdeskundige, mijn eigen zoon, Amerikaans staatsburger.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hier zijn enkele misverstanden in het spel. Ik ga er helemaal niet prat op dat ik de Amerikaanse politiek niet van nabij volg en vooral afhankelijk ben van de artikels in De Standaard. Ik schaam me daar een beetje voor, maar ik geef het toe omwille van de duidelijkheid. Als ik in discussies verzeild geraak, ontmoet ik vaak mensen die veel beter dan wel nóg slechter op de hoogte zijn. Verder was het niet mijn bedoeling om het goed beargumenteerde stuk van Snyder in een kwaad daglicht te stellen, maar te wijzen op het nadeel om in zo'n stuk andere kritieken erbij te betrekken. Ik laat inderdaad niet in mijn kaarten kijken over de vergelijking Denemarken / VS, maar ik ontken zeker niet dat het snelle lijstje van Snyder en van uzelf op degelijk cijfermateriaal teruggaan. Dat de premie van Meerman aan een Europese maatschappij wordt betaald staat inderdaad in haar stuk, en ze klaagt over de hoogte ervan, waar ik iets op antwoord. Maar ze geeft inderdaad, net als u aan, dat er ook veel hogere premies worden betaald. Zoveel weet ik wel van de VS om te weten dat dat waar is.

      Verwijderen
  2. Denemarken is echt wel een beter land: inzake gezondheidszorg, onderwijs, levensverwachting… staan ze mijlen voor de VS. Wat de Amerikanen daar van denken, is voor mij echt niet de norm. Voor u blijkbaar wel, al bent u wel zo slim om u niet echt in de kaarten te laten kijken.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. (En het nadeel van slechte dossierkennis is inderdaad dat ik vaak 'twijfel' aan sommige negatieve berichtgeving over Amerika en Trump. Dat is niet helemáál hetzelfde als 'het voordeel van de twijfel gunnen.' Ik twijfel ook aan positieve berichtgeving die ik soms via andere kanalen tegenkom.)

    BeantwoordenVerwijderen